Laboratoriumwaarden zijn voor de medicatiebewaking en begeleiding in de openbare apotheek de laatste jaren steeds relevanter geworden. De beschikbaarheid van de relevante laboratoriumwaarden is sinds 1 augustus 2013 ook wettelijk ingebed.

Als een patiënt toestemming geeft, dan mag de apotheker de laboratoriumuitslagen, die noodzakelijk zijn, bij de terhandstelling van een geneesmiddel opvragen en bewaren. En als een arts besluit om bij een patiënt de creatininewaarde, natrium, kalium, PT-INR, farmacogenetische parameters of spiegels van geneesmiddelen met een kleine therapeutische breedte te laten bepalen, dan dient hij daarvan aantekening op het recept te maken. Juridische duidelijkheid is er dus. U zult in uw dagelijkse praktijk met deze laboratoriumwaarden aan de slag moeten. Maar hoe pakt u dat aan?

De meeste nascholingen over laboratoriumwaarden zijn heel theoretisch. De cursus Laboratoriumwaarden in de praktijk legt de nadruk op de praktische invulling in uw apotheek. U krijgt antwoord op vragen als: hoe richt ik mijn AIS op de juiste manier in? Hoe instrueer ik de assistenten? En hoe pak ik het aan om regionaal tot een digitale aanlevering van de laboratoriumwaarden te komen?

Uitwisseling van landelijke ‘best practices’ leidt tot een concrete invulling van uw vragen. Zo leert u de werkwijze in uw apotheek zodanig aanpassen dat er op een gestructureerde manier wordt omgegaan met labwaarden. Na afloop van de cursus gaat u met een aangepaste toolkit terug naar de apotheek.

Deze nascholing kunt u ook afnemen inclusief farmacocasus (e-learning).

Na deze cursus beschikt u over:

• update van de theorie over de zes belangrijkste laboratoriumwaarden;
• inzicht in de juridische aspecten bij laboratoriumwaarden;
• de vaardigheid om met laboratoriumwaarden om te gaan in de praktijk;
• de vaardigheid uw AIS optimaal in te stellen aan de hand van ‘best practices’