Opleidingen details Prelum Uitgevers
MFM 2016-02 (ID nummer: 252974)
E-learning on demand
CategorieGeaccrediteerde puntenAccreditatieperiode
Cursus ZA26-6-2016 t/m 5-6-2017
Als u als professional deze cursus gevolgd heeft dan wordt de presentie ingegeven door de opleider.

MFM – Praktische nascholing over farmacotherapie is een schriftelijke nascholingsformule voor openbaar apothekers, ziekenhuisapothekers en huisartsen. De uitgave is een combinatie van een papieren tijdschrift en e-learning. Bij ieder nummer behoren vanaf 2015 ten minste twee op artikelen in het tijdschrift gebaseerde e-learnings, die onder meer bestaan uit een entreetoets, tussentijdse toetsvragen en een eindtoets. De e-learningmodules worden op de website www.mfm-online.nl opgenomen en bevatten diverse soorten toetsvragen (open, meerkeuze, juist/onjuist, stellingen, etc.).

MFM verschijnt ieder kwartaal. Elke editie bevat naast de hoofdartikelen een groot aantal rubrieken, waaronder nieuwe middelen, medicatieveiligheid, casuïstiek en bijzondere patiënten. De artikelen zijn zo opgezet dat zij een vertaling bieden van wetenschap naar praktijk en voor elk van de doelgroepen relevant en uitdagend zijn.

Beroepsgroep
Openbaar apothekers (OA)
apothekers, ziekenhuisapothekers, huisartsen
e-learning
195 per jaar voor 4 edities / totaal 8 nascholingen
Depressie als bijwerking van somatische geneesmiddelen
Leerdoelen
Na bestudering van dit artikel:
• kunt u somatische geneesmiddel(groep)en noemen die in verband zijn gebracht met een verhoogd optreden van depressieve klachten;
• kent u een aantal somatische geneesmiddel(groep)en die waarschijnlijk niet met depressie geassocieerd zijn;
• kent u een aantal aanwijzingen over hoe in de praktijk om te gaan met potentieel depressogene medicatie.

Geneesmiddelgebruik, ondervoeding en deficiënties bij ouderen
Leerdoelen
Na bestudering van dit artikel weet u:
• bent u ervan op de hoogte dat polyfarmacie en het chronisch gebruik van bepaalde geneesmiddelen geassocieerd zijn met het risico op ondervoeding of deficiënties bij ouderen;
• weet u dat de effecten van geneesmiddelgebruik op de voedingstoestand van ouderen onderbelicht worden in geneesmiddelonderzoek en kunt u daarvoor redenen noemen;
• kunt u een definitie van voeding-geneesmiddelinteracties geven en deze interacties in categorieën indelen;
• kunt u een indicatie geven van de frequentie van voorkomen van ondervoeding bij ouderen en minimaal drie klinische gevolgen noemen;
• weet u dat de inname van vitamine D, magnesium, foliumzuur en vitamine B12 bij de gemiddelde thuiswonende 70-plusser vaak onvoldoende is en kent u de belangrijkste klinische gevolgen van deficiëntie van deze micronutriënten;
• weet u dat de associatie tussen polyfarmacie en ondervoeding weliswaar ook veroorzaakt kan zijn door de onderliggende ziekte(s) (‘confouding by disease’), maar dat polyfarmacie in ieder geval een belangrijk signaal moet zijn om naar de voedingstoestand te kijken;
• kunt u minimaal twee klinisch relevante voorbeelden geven van effecten van specifieke geneesmiddelen op de vitamine D-, magnesium-, foliumzuur- en vitamine B12-status.
Ja
Depressie als bijwerking van somatische geneesmiddelen

Samenvatting
Bij gebruik van geneesmiddelen kunnen zeer uiteenlopende bijwerkingen optreden. Somatische geneesmiddelen kunnen psychiatrische bijwerkingen hebben, waaronder depressie. In dit artikel wordt een overzicht gegeven van het wetenschappelijke bewijs voor de mogelijkheid van verschillende groepen geneesmiddelen om een depressie te veroorzaken of verergeren (depressogeniteit). Op basis van de beschikbare wetenschappelijke onderzoeken lijken corticosteroïden, interferon-alfa, efavirenz, mefloquine, barbituraten, vigabatrine, topiramaat en flunarizine depressogeen te zijn. Van andere middelen die regelmatig met depressie worden geassocieerd, zoals bètablokkers, orale anticonceptiva en sommige pijnstillers, is bij nadere beschouwing het wetenschappelijke bewijs voor depressogeniteit twijfelachtig.

Geneesmiddelgebruik, ondervoeding en deficiënties bij ouderen

Samenvatting
Over het effect van geneesmiddelgebruik op de voedingsstatus bij ouderen is relatief weinig bekend. Ondanks de hoge prevalentie van ondervoeding en deficiënties in deze kwetsbare leeftijdsgroep, worden de klinische gevolgen van voedingstekorten bij oudere patiënten vaak niet opgemerkt, of gezien als symptomen van ouderdom of comorbiditeit. Daarnaast is in geneesmiddelonderzoek evaluatie van voeding-geneesmiddelinteracties (VGI's) niet verplicht. Vijf verschillende klassen van VGI's worden besproken: het effect van nutriënten, voeding of voedingstoestand op geneesmiddelwerking en het effect van geneesmiddelgebruik op voedingstoestand of deficiënties, met de focus op vitamine D, foliumzuur, magnesium en vitamine B12. Deze systematische benadering van VGI's is een tool voor uitbreiding van dit kennisgebied in onderzoek en implementatie van deze materie in de praktijk.
Bestand  
Programma MFM 2016-02.docx6-6-2016 9:4922 KB
Ja
 Cursus ZAAantal uren
MFM2016-2 Depressie als bijwerking van somatische geneesmiddelen11
MFM2016-2 Geneesmiddelgebruik, ondervoeding en deficiënties bij ouderen11

Prelum Uitgevers is een multimediale, wetenschappelijke uitgeverij die zich met zijn uitgaven richt op beroepsbeoefenaren en studenten in de gezondheidszorg. In nauwe samenwerking met onder andere huisartsen, tandartsen en medisch specialisten bedenken, vervaardigen en verkopen wij diverse informatieproducten, variërend van boeken en tijdschriften tot websites en pda-applicaties.

Prelum Uitgevers maakt een bewuste keuze voor toegankelijke, praktische informatie voor professionals in de gezondheidszorg. Artsen, paramedici en verpleegkundigen die vanuit de liefde voor het vak kiezen voor het regelmatig actualiseren van hun kennis en kunde. Vakspecialisten die ondanks hun drukke bestaan geloven in de kracht van de 'éducation permanente'.

Prelum Uitgevers ontwikkelt uitsluitend vanuit een onafhankelijk, wetenschappelijk perspectief. Dit betekent dat de inhoud van de producten in eerste instantie wordt bepaald en bewaakt door wetenschappers en artsen. Hierbij geldt als uitgangspunt dat alle informatie ondubbelzinnig te herleiden moet zijn tot de bron.
 

Zwarte Woud 14
3524 SJ
Utrecht
Postbus 24028
3502 MA
Utrecht
0306355060