Basistraining in de motiverende gespreksvoering. Een bewezen effectieve gespreksmethode die professionals gebruiken als ze mensen willen motiveren en helpen bij gedragsverandering
Na afloop van de basistraining “Goed Anders Motiveren” heeft de deelnemer (paramedicus) de volgende doelen behaald:
1. Inzicht in de methode.
• De deelnemer kan MGV uitleggen aan collega’s waarbij de deelnemer in ieder geval de definitie, de spirit, de processen en de basisvaardigheden van MGV kan benoemen en verklaren. • De deelnemer kan verandertaal, behoudtaal en wrijving in gesprekken herkennen. De deelnemer kan het belang hiervan t.a.v. gedragsverandering verklaren.
2. Kennis van de spirit en handelt hier naar: • De deelnemer laat de basiswaarde compassie, ontlokken, partnerschap en acceptatie zien in gesprekken. • De deelnemer herkent bij zichzelf en anderen de verbeterreflex en kan het effect hiervan uitleggen.
3. Kennis van de processen en herkenning van het tijdspad • De deelnemer herkent de processen Engagement, Focus, Ontlokken en Plannen in gesprekken.
4. Basisvaardigheden, die de deelnemer kan toepassen • De deelnemer gebruikt open vragen in gesprekken, met name om het referentiekader van de ander te onderzoeken. • De deelnemer past reflectief luisteren toe in gesprekken, met name om empathie te tonen voor alles wat de ander zegt. • De deelnemer gebruikt bekrachtigingen in gesprekken, met name om daarmee het vertrouwen en de hoop van de ander t.a.v. de voorgenomen verandering te versterken. • De deelnemer gebruikt samenvattingen in gesprekken, met name om een gezamenlijk overzicht te krijgen van wat gezegd is en om de genoemde verandertaal te benadrukken. • De deelnemer is terughoudend met het geven van informatie, adviezen en oplossingen en geeft deze alleen met toestemming van de ander op de ontlok-geef-ontlok manier.
5. Kennis over verandertaal, weerstand en behoudtaal • De deelnemer herkent behoudtaal en wrijving en reageert hier zodanig op dat dit in ieder geval niet toeneemt. • De deelnemer ontlokt en versterkt verandertaal door gerichte open vragen en reflecteert de uitgesproken verandertaal. • De deelnemer ontlokt en versterkt verandertaal door versterkte reflecties en schaalvragen en reflecteert de uitgesproken verandertaal. • De deelnemer ontlokt en versterkt verandertaal op een niveau dat past bij de veranderbereidheid van de ander op het moment van het gesprek.
6. Kennis over het opstellen van een veranderplan • De deelnemer herkent het moment waarop de overgang gemaakt kan worden van ontlokken naar plannen, geeft een overzicht van de genoemde verandertaal en stelt de hamvraag. • De deelnemer stelt samen met de ander een veranderplan op dat afgestemd is op de capaciteiten en ervaringen van de ander en in kleine stappen naar het beoogde veranderdoel toe werkt