Het autonome zenuwstelsel vormt de kern van onze ervaringen en bepaalt of we ons veilig en verbonden voelen en bestand tegen de uitdagingen van het leven, of dat we gestrest, angstig of boos zijn (gemobiliseerd), of juist futloos, depressief en afgesloten (geïmmobiliseerd). Iemand die opgroeit in een veilige omgeving, zal een veerkrachtig zenuwstelsel hebben dat zich flexibel beweegt tussen de verschillende toestanden van arousal en rust. Hij keert gemakkelijk terug naar rust en vertrouwen. Door traumatiserende gebeurtenissen en onveilige gehechtheid verliest het zenuwstelsel echter deze flexibiliteit, met als gevolg dat iemand vast komt te zitten in een geactiveerde en/of geblokkeerde toestand. Verbondenheid en vertrouwen lijken dan niet meer tot het spectrum van mogelijke ervaringen te behoren. De polyvagaaltheorie geeft inzicht in de werking van het autonome zenuwstelsel, het effect van traumatische ervaringen en hoe deze kennis kan worden toegepast om de weg te vinden naar herstel.
De polyvagaaltheorie leert ons dat trauma het proces verstoort waarin het autonome zenuwstelsel ‘signaleert’ dat de traumatiserende gebeurtenissen voorbij zijn en het hier en nu veilig is. Cliënten met een traumageschiedenis ervaren vaak intense, op bescherming gerichte responsen van hun autonome zenuwstelsel, die ervoor zorgen dat zij overlevingsgedrag blijven vertonen. Deze adaptieve reacties worden een patroon waarop automatisch wordt ‘ingelogd’. Hun vermogen zichzelf te reguleren en relaties aan te gaan neemt af. Door in de therapeutische praktijk vanuit de polyvagaaltheorie met cliënten te werken kunnen ze deze ingesleten (vroegkinderlijke) gewoontepatronen van hun autonome zenuwstelsel gaan loslaten.
Deb Dana is wereldwijd de belangrijkste vertaler van de polyvagaaltheorie naar de therapeutische praktijk. In haar ervaringsgerichte workshop leer je over de basisprincipes van de polyvagaaltheorie, de toestanden van het autonome zenuwstelsel (ventraal vagaal, sympathisch en dorsaal vagaal) en ontdek je hoe je – zelf gereguleerd – een bron van regulatie voor je cliënten kunt zijn. Je gaat oefenen met interventies om getraumatiseerde cliënten te helpen hun vertrouwde zelfbeschermingsreacties te doorbreken, en de vaardigheden op te doen die nodig zijn om momenten van veiligheid te kunnen ervaren en daarvan te genieten.
Met behulp van deze aanpak kunnen cliënten naar een toestand van autonome regulatie worden gebracht waar ze de veiligheid kunnen vinden die noodzakelijk is voor een succesvolle behandeling.
Leerdoelen
- Weten hoe het autonome zenuwstelsel functioneert, wat het effect is van trauma op de werking ervan en inzicht verwerven in de polyvagaaltheorie.
- De reacties van ons autonome zenuwstelsel op signalen van veiligheid en gevaar in theorie en praktijk verkennen, en weten hoe deze te herkennen bij jezelf en cliënten en daarop te reageren.
- Cliënten kunnen helpen autonome responsen die tot mobilisatie of ineenstorting leiden bewust te worden en te doorbreken en nieuwe responspatronen te vormen die leiden tot veiligheid en verbondenheid.
- Leren hoe te werken met hulpbronnen die de regulatie bevorderen.
- Weten hoe te werken met impliciete overtuigingen van cliënten.
- Zelf ervaren wat het werken met het autonome zenuwstelsel volgens de polyvagaaltheorie inhoudt.
- Begrijpen waarom het belangrijk is om de kennis van het autonome zenuwstelsel te integreren in het therapeutische werk.