Net als alle kinderen gehecht raken aan hun ouders, treden ook in professionele opvoedrelaties, zoals leerkracht-leerling relaties of mentor-jeugdige, gehechtheidsprocessen in werking. Zeker als kinderen 'moeilijk' gedrag laten zien of lastig te bereiken zijn, bestaat er een groot risico op problematisch verlopende interacties en vastgelopen relaties. Deze verstoorde relaties zijn vervolgens een belangrijke bron van stress en burn out onder leerkrachten, pedagogisch medewerkers en mentoren.

Deze cursus besteedt aandacht aan de wetenschappelijke kennis over professionele opvoedrelaties. Ook de diagnostiek van professionele opvoedrelaties en interventies die bijdragen aan het verbeteren van de kwaliteit van deze relaties komen aan bod. 

De begeleiding van leerkrachten en pedagogisch medewerkers is doorgaans gericht op hun pedagogisch handelen. Interventies zijn vooral gericht op wat deze professionals doen, maar niet of veel minder op wat zij voelen en denken. Elke professional vormt echter, op basis van interacties met dit kind maar ook op basis van eerdere interacties met andere kinderen en eigen gehechtheidservaringen, opvattingen, verwachtingen en emoties ten aanzien van het betreffende kind. Deze mentale representaties geven vervolgens weer richting aan toekomstige interacties. Ze liggen als het ware ten grondslag aan de observeerbare interactiepatronen. Om hier meer zicht op te krijgen worden de deelnemers in deze intensieve training getraind in het gestandaardiseerd afnemen van het diagnostisch instrument Leerkracht Relatie Interview (LRI). Ook leren deelnemers dit instrument te scoren en worden vaardigheden aangereikt om bij de terugkoppeling van het relatieprofiel de professional aan te zetten tot reflectie. 

Aan het eind van de cursus is de deelnemer: 

- Bekend met de wetenschappelijke kennis omtrent professionele opvoedrelaties.

- In staat met behulp van een diagnostisch interview zicht te krijgen op diverse facetten van het pedagogisch handelen, zoals gedrag reguleren, veiligheid bieden, inleven en perspectief nemen, doelgericht en effectief leiderschap. 

- In staat met behulp van een diagnostisch interview zicht te krijgen op de invloed van emoties op de relatie tussen professional en kind, zoals gevoelens van tekortschieten en hulpeloosheid, negatieve gevoelens van boosheid, het neutraliseren van negatieve gevoelen (deze onderdrukken/ verbergen) en positieve gevoelens. 

- In staat professionals in de reflectieve stand te krijgen en hen te ondersteunen om ervaringen met kinderen te expliciteren. 

- Professionals te leren signalen van kinderen waar te nemen, deze juist te interpeteren en hier sensitief op te reageren. Professionals leren beter aan te sluiten op de specifieke onderwijs- en opvoedbehoeften van kinderen.

- In staat om een indicatie te geven van het professioneel handelen van de leerkracht/ pedagogisch medeweker, zoals het pedagogisch handelen, emoties, openheid en bereidwilligheid en de leerbaarheid van de professional