Verlies ervaringen komen in ieders leven voor. Verlies van werk, gezondheid, en rouw na echtscheiding en overlijden.
In de reguliere zorg en hulpverlening zijn niet altijd voldoende kennis en vaardigheden aanwezig om rouwuitingen te herkennen, te duiden en indien nodig goede hulp aan te bieden
BuroNazorg wil mensen uit diverse beroepsgroepen professionals opleiden om mensen in rouw de aandacht en indien nodig professionele begeleiding te bieden die ze nodig hebben.
De opleiding rouwbegeleider richt zich niet op 1 beroepsgroep, rouwende mensen kom je immers overal tegen. Derhalve is de opleiding toegankelijk voor diverse beroepsgroepen.
Deelnemers aan de opleiding van BuroNazorg worden opgeleid tot rouwbegeleider. Een rouwbegeleider geeft begeleiding en ondersteuning aan mensen in een “normaal” rouwproces.
Aan het einde van de opleiding zijn deelnemers in staat om aan volwassen en kinderen in rouw professionele ondersteuning aan te bieden. Deelnemers zijn in staat om na de intake en analyse een passend begeleidingsplan te maken en indien noodzakelijk door te verwijzen naar een rouwtherapeut als er sprake is van complicaties in het rouwproces.
Deelnemers hebben kennis, diverse gesprekstechnieken , werkvormen en methodes tot hun beschikking om te komen tot adequate en professionele rouwbegeleiding.
COMPETETENTIES OPLEIDING ROUWBEGELEIDER BURONAZORG
Aan onderstaande competenties werken deelnemers gedurende de jaaropleiding
ANALYSEREN EN INTEPRETEREN.
Indicatoren:
Kennis hebben van de diverse theorieën die in de opleiding worden behandeld. Deze theorieën kunnen vertalen naar praktisch handelen.
Het kunnen analyseren van een casus/cliëntsituatie met gebruikmaking van diverse (actuele) theorieën van o.a. de verlieskunde- systeemtheorie- traumatheorie.
Het kunnen trekken van zinvolle conclusies uit de veelheid aan informatie uit een intakegesprek/vervolggesprekken.
Het kunnen maken van een hulpplan voor de betreffende cliënt, samen met de cliënt
INTEGRATIE
De rouwbegeleider beschikt over het vermogen om het geleerde in de opleiding ( theorie, intervisie, opdrachten , eigen leerproces) te integreren en zichtbaar te maken in diverse opdrachten. Het geleerde dient tevens te worden gekoppeld aan eigen praktijk.
Indicatoren
Het maken van de diverse opdrachten gedurende de opleiding.Deze opdrachten moeten allemaal met een voldoende worden beoordeeld.
Maken van leerdoelen
Het in beeld brengen van eigen trauma en overlevingsdeel ( creatief)
Het maken van een tussenevaluatieverslag
Het beschrijven van een eigen casus met behulp van de ‘verliescirkel’
Analyse van een casus over echtscheiding
Maken van een eindevaluatie
Eindgesprek met de hoofddocent
Presentatie tijdens het slotweekend
Er staan 7 verplichte boeken op de boekenlijst. Deze worden allemaal bestudeerd gedurende de opleiding. Het geleerde komt terug in de lessen ( integratie theorie en praktijk) en moet tevens zichtbaar worden in de genoemde opdrachten.
UITVOEREN.
De rouwbegeleider beschikt over het vermogen om theorie, methoden en werkvormen af te stemmen op de cliënt en zijn/haar hulpvraag.
Indicatoren:
Het inzetten van adequate begeleidingsmethodes passend bij de hulpvraag, zo nodig aanpassing hiervan gedurende het begeleidingsproces.
Het beschikken over een diversiteit aan begeleidingsmethoden, passend bij de cliënt:
Creatieve werkvormen
Kort oplossingsgerichte Therapie (o.a. werken met de schaalvraag)
Werken met traumadeel en overlevingsdeel ( traumatheorie van Rupert)
Het onderscheid kunnen maken tussen een “normaal “ rouwproces en een “gecompliceerde” rouwproces. Herkennen en erkennen van de impact van rouw.