Inleiding

De Zelfevaluatie Palliatieve Zorg voor huisartsen is een instrument voor huisartsen die individueel wordt uitgevoerd en in regionaal verband wordt besproken. De Zelfevaluatie is tot stand gekomen in samenwerking met Fibula, PalHAG, PZNL en PaTz.

De Zelfevaluatie omvat twee delen:

• Een individueel deel met open vragen waarvoor gegevens uit het HIS nodig zijn. Dit deel omvat vragen over palliatieve zorg, markeren, proactieve zorgplanning, multidimensionele zorg en samenwerken. 

• In de nascholing worden de uitkomsten van de ‘Zelfevaluatie palliatieve zorg voor de huisarts’ met een kaderhuisarts palliatieve zorg en ca. 5 collega huisartsen besproken. De coördinator van het regionale Netwerk Palliatieve Zorg coördineert en faciliteert deze bijeenkomst. Kenmerkend bij de bijeenkomst met ca. vijf huisartsen onder leiding van de kaderhuisarts palliatieve zorg is het delen van de bevindingen, het reflecteren op de eigen werkwijze en onderling spiegelen. Theorie wordt afgewisseld met discussie/reflectie en het bespreken van casuïstiek. Hiermee wordt de deskundigheid met betrekking tot palliatieve zorg in de eigen huisartsenpraktijk vergroot en verbetert de palliatieve zorg door het bieden van praktische handvatten.

Na afloop van deze nascholing:

• Kan de deelnemer benoemen welke dimensies palliatieve zorg heeft;

• Heeft de deelnemer kennisgemaakt met het probleemkwadranten model voor het in kaart brengen van de huidige situatie en mogelijk toekomstige problemen van palliatieve patiënten;

• Kan de deelnemer benoemen welke hulpmiddelen beschikbaar zijn om patiënten in de palliatieve fase te herkennen; • Heeft de deelnemer gereflecteerd op het aantal patiënten dat hij/zij in de praktijk heeft geïdentificeerd, waarbij er gespiegeld wordt aan bevindingen van collega-huisartsen;

• Is de deelnemer zich bewust van zijn/haar werkwijze rond proactieve zorgplanning;

• Kent de deelnemer de consultatiemogelijkheden voor complexe casuïstiek;

• Heeft de deelnemer een beeld van de mogelijkheden om de palliatieve zorg in de eigen praktijk, c.q. het eigen handelen te verbeteren.