Korte inleiding en leerdoelen

COVID-19 heeft Nederland en de GGD op zijn kop gezet. De ziekte heeft veel slachtoffers gemaakt, de lockdown legde het land lam en de GGD kreeg een centrale megarol in het bezweren van een crisis die langer dan een jaar duurde. Bovenop de bestaande organisatie is in korte tijd een crisisorganisatie gebouwd waardoor het personeelsbestand van de GGD meer dan verdubbelde. De GGD COVID organisatie heeft onder zware druk bijzondere prestaties geleverd. De COVID epidemie had ook grote consequenties voor de onderdelen van de GGD die niet met COVID bezig waren. Voor de medewerkers zelf betekende dat vooral thuiswerken. Het had ook gevolgen voor hun werkveld en de mensen voor wie zij werken. Zo zagen de mensen van leefomgeving (zonder dat ze iets hoefden te doen) dat de lucht veel schoner werd. Bij MGGZ zagen ze dat dak- en thuislozen in de problemen kwamen en dat eenzaamheid een zware tol eiste.  JGZ zag scholen sluiten en (gedeeltelijk) weer open gaan en gaf op allerlei manieren informatie aan schoolbesturen, ouders en leerlingen. Kinderopvanginspecteurs konden lange tijd niet meer naar de opvanglocaties en moesten het pedagogisch klimaat op afstand via een scherm beoordelen. De soa-poli zag ineens een groot aantal patiënten met ernstige soa-klachten waarvoor vaker dan normaal de hulp van de artsen en dermatologen moest worden ingeroepen. Gezinsgenoten van Veilig Thuis medewerkers werden soms onbedoeld geconfronteerd met huiselijk geweld.

Leerdoelen

Het doel van deze editie van de leergang is om te leren van de heftige heftige periode die achter ons ligt en gezamenlijk te zoeken naar de zaken die we een volgende crisis beter kunnen doen. We gebruiken daarvoor de ervaringen van de GGD zelf en verschillende onderzoeken die zijn gedaan naar de effecten van COVID en de lockdown op de gezondheid van de inwoners van de stad en daaraan gerelateerde aspecten, zoals vaccinatiegraad, vaccinatiebereidheid en leefstijl.

Thema’s zijn de afstemming tussen inhoud en bestuur, de zorg voor kwetsbare groepen (zowel wat betreft vaccinatiebereidheid als leefstijl en andere factoren), de flexibele organisatie (opschalen en afschalen) en de verbinding met afdelingen die geen deel uitmaken van de crisisorganisatie.