De vertraagde of verstoorde ontwikkeling van visueel-ruimtelijke en/of visuomotorische vaardigheden bij kinderen kan individueel sterk verschillen en kan zich dus op heel verscheidene manieren uiten. Ondanks een normaal ‘zicht’ is het ‘zien’ en de daaraan gekoppelde uitvoering toch vertraagd of verstoord. De kinderen interpreteren wat ze zien anders: bij het uitvoeren verloopt het kijken en/of het organiseren en plannen en/of het doen verstoord.
Visueel-ruimtelijke en visuomotorische problemen/stoornissen liggen vaak aan de basis van heel wat deelleerprocessen van schoolse zaken zoals lezen, schrijven en rekenen. Denk maar aan schrijfmotoriek, begrijpend lezen, meetkunde, vraagstukken, aardrijkskunde, knutselen, enz. Maar ook op het dagelijkse leven kan het zijn invloed hebben, zoals bij het netjes eten, het organiseren van de bank in de klas, de boekentas, enz.
Deze visueel-ruimtelijke en visuomotorische problemen komen vaak voor bij kinderen met een motorische stoornis zoals DCD of CP, maar eveneens bij kinderen zonder duidelijk aanwezige stoornissen. ‘Zie’ je ook door de bomen het bos niet meer? Haal je de termen door elkaar? Weet je niet meer hoe het aan te pakken in de praktijk? Deze workshop probeert meer duidelijkheid te brengen.
Naast een theoretische uiteenzetting brengen we tips aan om de kinderen en hun ouders, juf, meester te helpen. Er komen specifieke oefeningen aan bod a.d.h.v. therapeutische materialen. We zien het ook ruimer en gaan na hoe we het kind kunnen helpen in de context (thuis en in de klas).
De opleiding start met een kort overzicht van de verschillende termen en visuele en visueel-motorische ontwikkeling om dan over te gaan naar oefeningen in de grote en kleine ruimte. Aansluitend, maar ook tussendoor, komen heel wat tips aan bod. Er is ruimte voor vragen en bedenkingen.
De opleiding start om 9u. Er is een lunchpauze tussen 12u30 en 13u30. We eindigen om 17u.
Leerdoelen
De deelnemer krijgt inzicht in de ontwikkeling van de visuomotoriek.
De deelnemer leert wat de impact is op het dagelijkse leven en leren wanneer de ontwikkeling onvoldoende is.
De deelnemer heeft nadien voldoende handvaten om de visuomotoriek te stimuleren in de praktijk.
De deelnemer krijgt inzicht om op een creatieve en speelse manier de visuomotoriek te stimuleren.