WAAROM DEZE SCHOLING?  

ALS ambulancezorgverleners komen met enige regelmaat in aanraking met multitraumaproblematiek. Levensbedreigende situaties waarin het van groot belang is goed te handelen en waarbij de juiste expertise noodzakelijk is om hulp te bieden in deze levensbedreigende en complexe situaties.

Uit de behoefte-inventarisatie kwam naar voren dat medewerkers behoefte hebben om hier bekwaam in te blijven en/of hun expertise op dit gebied op te frissen. Hierbij gaven ze met name aan zich te willen verdiepen in neurotrauma en penetrerend letsel. Ook juridische aspecten in de samenwerking met politie en media zou punt van aandacht moeten zijn. Hoe ga je om met mensen die foto’s en video’s maken, wat mag je wel en niet zeggen?

In dit kader is deze scholingsdag ontwikkeld om de medewerkers de expertise en ruimte te bieden om hier mee te oefenen en van gedachten te wisselen over aandachtspunten en dilemma’s die hierbij spelen.

WAT MOET DE SCHOLING OPLEVEREN?

De ALS ambulancezorgverlener zou deze in de ideale situatie het volgende gedrag laten zien bij een inzet met multitraumaproblematiek:

Omgevingsbewustzijn

• Vormt zich (aanrijdend en bij aankomst) een zo compleet mogelijk beeld van de situatie en voert een risico-inventarisatie uit zodat:
• de eigen veiligheid zo veel mogelijk gewaarborgd kan worden;
• tijdig opgeschaald kan worden. (bijv. steek werend vest aan);
• Pre Arrival Preparation kan worden uitgevoerd.

(assistentie bij) Onderzoek patiënt

• Verzamelt brede informatie t.b.v. de anamnese (leest het ongeval, bevraagt omstanders, bevraagt patiënt)
• Behoudt rust door gerichte werkmethodieken toe te passen (ABCDE bijv als houvast in de hectiek) 
• Houdt rekening met de energieoverdracht van de impact van het ongeval.
• Werkt gericht volgens de ABCDE methodiek en gaat tegelijkertijd na of het principe “treat first whats kills first” gevolgd moet worden.
• Dwingt zichzelf een brede blik te houden door zich te houden aan werkmethodieken, zodat  onderschatting zoveel mogelijk wordt voorkomen en hij geen zaken mist (zowel bij anamnese als lichamelijk onderzoek) 
• Voert (daar waar mogelijk) een breed top teen onderzoek uit en is er op alert niet te snel te fixeren, zodat hij niets mist (afleidend letsel of bijv. bij schietincident in- en uitgangswond)
• Bepaalt de noodzaak en mogelijkheden van inschakeling van het MMT (inzetprotocol)
• Bepaalt wat de beste vervolgzorg voor de patiënt is en houdt hierbij rekening met
• de keuze van het ziekenhuis (levelindeling)
• ondersteuningsmogelijkheden van het MMT (inzetprotocol, (locatie)mogelijkheden rendez vous).
• Toestand van de patiënt

Interventies/behandeling

• Overlegt met MMT bij behandeldilemma
• Wanneer er sprake is van een onrustige patiënt
• schat de oorzaak in*
• brengt passende interventies en bijbehorende risico’s in kaart (bijv. pijnmedicatie)
• overlegt zijn interventie met het MMT
• voert de passende interventie uit en monitort het effect en stelt zo nodig bij
• beschrijft in overdracht de uitgevoerde interventie (wat gegeven/gedaan, hoeveel en effect)
• Wanneer nodig voert hij tactische hulpverlening uit (waaronder het afplakken van zuigende borstwond, aanleggen van hemostatisch gaas/ traumazwachtel of  tourniquet, inbrengen nasopharyngeal airway, ontlasten van spaningspneu en toepassen van shockprotocol, geven van medicatie conform protocol)
• Houdt tijdens het verplaatsen en transport rekening met toestand van de patiënt.  
• Houdt rekening met mogelijke onderschatting van letsel. (bijv. eerder naar level 1 ziekenhuis)

.