Praktijkondersteuners, (wijk)verpleegkundigen en huisartsen moeten complexe situaties kunnen overzien, eigen afwegingen kunnen maken en het beleid daarop samen afstemmen. Functioneren op HBO-niveau is noodzakelijk.

In deze cursus sluiten wij ons aan bij de standpunten van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG) en het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) met betrekking tot sterke medische zorg voor ouderen.

De cursus bereidt jou voor op het inzetten van instrumenten in de dagelijkse praktijk. Hiermee is het mogelijk systematisch het functioneren van ouderen in kaart te brengen op het gebied van gezondheid, wonen en welzijn. Samen met de oudere en zijn naasten, huisarts en andere hulpverleners in de eerste (en zo nodig tweede) lijn kan een zorg- en behandelplan opgesteld worden. Het beloop van achteruitgang van ouderen is niet altijd goed in te schatten en maakt het soms noodzakelijk om tijdig te anticiperen door te spreken over het maken van behandelkeuzes en ook over het einde van het leven. Hier kun je als praktijkondersteuner, naast de huisarts, een rol in spelen.

Visie

Multi-morbiditeit leidt bij ouderen tot beperkingen in zowel het lichamelijk als het psychosociaal functioneren. Door zorg(problemen) gestructureerd en basaal op huisartsenniveau aan te pakken, kunnen problemen voorkomen dan wel vroegtijdig gesignaleerd worden. Hierbij kiezen wij voor een belevingsgerichte aanpak: de mens achter de zorgvrager is belangrijk en leeftijd is maar een betrekkelijk gegeven.

Door scholing en bewustwording wil Viaa de praktijkondersteuner een brede oriëntatie op veroudering en de gevolgen daarvan op het individu bijbrengen. De praktijkondersteuner kan in de huisartsenpraktijk een herkenbaar aanspreekpunt zijn voor de ouderen en kan problemen tijdig signaleren en aanpakken en weet wanneer verwijzing nodig is.  

Doelen

De cursist:

verwoordt wat de zorgverlening aan ouderen inhoudt vanuit aanbod, vraag, visie, attitude, autonomie en de organisatie van de zorgverlening;

is in staat om een verbetering van vroege signalering van kwetsbaarheid bij ouderen te hanteren en leert om methodieken en meetinstrumenten binnen de geriatrische anamnese ten behoeve van zorg- en ziektediagnostiek toe te passen;

kan shared decision making in de praktijk toepassen. 

oefent en beschrijft in een continu proces het klinisch redeneren met behulp van de stappen: risico-inschatting, vroegsignalering, probleemherkenning, evidence-based interventie, monitoring en evaluatie.

Na het volgen van de cursus kan de cursist:

een analyse maken van wat er aan preventie, diagnostiek en behandeling van ziekten die oorzakelijk met veroudering samenhangen bekend is;

een aantal actuele trends en ontwikkelingen herkennen en benoemen die betrekking hebben op de ouderenzorg en kan een eigen visie verwoorden op deze trends en ontwikkelingen;

verwoorden welke methoden er zijn om medische, psychosociale en psychiatrische gezondheidsproblemen sneller te herkennen, diagnoses beter te stellen en adequater te reageren op zorgvragen;

het aanbod van de zorgaanbieders in de regio (sociale en professionele kaart) benoemen.