De huisartsen en jeugdartsen volgen drie workshops. 

1. Titel presentatie: Om te huilen. Presentatoren:  Evelyne van Boeckel, kinderarts, Valesca Schouwenaars, pedagogisch medewerker en Chantal Loose, huisarts

Beschrijving van de inhoud: Oorzaken van excessief huilen liggen veelal in problemen van reguleren van prikkels, slaapproblemen en voedingsproblemen. Door ouders wordt met name gezocht naar een medische oorzaak, met name verborgen reflux en koemelk allergie, waardoor het gevaar van medicalisering van het probleem ontstaat.

In  slechts 2-5% van de gevallen is er sprake van onderliggende medische problematiek. Daarnaast is kennis van verschillen in cultuur en sociaaleconomische klasse belangrijk.

Leerdoelen:

-huisarts/jeugdarts kan op gerichte en structurele manier de huilanamnese afnemen. Kan de juiste adviezen geven aan ouders hoe om te gaan met een huilende baby.

-huisarts/jeugdarts kan ouders uitleg geven dat medische oorzaken van huilen zeldzaam zijn en voorkomen dat het probleem gemedicaliseerd wordt.

-Doorverwijzing kan plaatsvinden als alle ondersteunende maatregelen niet werken en er twijfels zijn of er een medische oorzaak een rol speelt, of het excessief huilen niet onderbroken kan worden in de eerste lijn.

1. Titel presentatie: Workshop (onschuldige ) kwalen bij kleine kinderen: herkenning en behandeling. Presentatoren:  Alike Kamerbeek, kinderarts-neonatoloog, Ingrid den Boer, huisarts

Beknopte beschrijving: Kwalen bij jonge kinderen kunnen zowel aan ouders als aan zorgverleners veel onrust geven. Het grootste deel van deze afwijkingen zijn onschuldig, maar soms kan zo’n afwijking een aanwijzing zijn voor een ernstige onderliggende ziekte. Aan de hand van casuïstiek zal interactief over verschillende aandoeningen die zich presenteren op de neonatale leeftijd worden gesproken. 

Leerdoelen:

- De huisarts en de jeugdarts kunnen verschillende onschuldige en minder onschuldige aandoeningen op neonatale en zuigelingen leeftijd herkennen. 

-        De jeugdarts kan inschatten wanneer het nodig is om naar de huisarts door te verwijzen, eventueel voor doorverwijzing ziekenhuis, of wanneer een afwachtend beleid, al dan niet in samenwerking met de huisarts, kan worden gevolgd

-      De huisarts kan het onderscheid maken tussen aandoeningen waarvoor een expectatief beleid gevoerd kan worden of die een behandeling behoeven, de jeugdarts kan dit beleid eventueel steunen met controles op het CJG, dan wel door het inzetten van extra zorg.

-        De huisarts kan een verantwoorde keuze maken van  eventuele medicamenteuze behandeling, de jeugdarts kan hier zn. bij controles op het CJG bij aansluiten.

-      De huisarts kan een juiste afweging maken bij welke aandoeningen afgewacht kan worden en bij welke spoedverwijzing moet plaatsvinden.

1. Titel presentatie: Alarmsymptomen bij baby die geel, wit of rood ziet

Presentator: Mirjam Willemsen en Marjoleine van Hengel, kinderartsen en Linda van Kleef, huisarts

Beschrijving van de inhoud: Tijdens deze sessie worden aan de hand van een quiz diverse ziektebeelden bij de zuigeling besproken, waarbij o.a. icterus prolongatus, rode huid door atopisch eczeem alsmede SSSS en het ziektebeeld TEC aan bod komen. Daarbij worden de alarmsymptomen besproken en de redenen om de baby te verwijzen naar de kinderarts.

Leerdoelen: Jeugdartsen en huisartsen herkennen tijdens het consult de alarmsymptomen bij de rode, gele en witte baby. Zij kunnen de differentiaal diagnose stellen bij de meest voorkomende ziektebeelden en verwijzen, wanneer nodig, op het juiste moment naar de kinderarts.