Omschrijving:

De TNO Opleiding tot Jeugdarts en de JGZ-organisaties waar een groot deel van het praktijkleren plaatsvindt, hebben een belangrijk gemeenschappelijk doel: ‘Het opleiden van jeugdartsen die na afronding van de opleiding aan de kwaliteitseisen voldoen, om optimaal bij te dragen aan het veilig en gezond opgroeien van kinderen en jeugdigen’.

In het kader van deze doelstelling organiseert TNO voor iedere opleidingsgroep drie bijeenkomsten Educatief Partnerschap (EP). Hierbij gaan opleiders, aios en betrokkenen van TNO met elkaar in gesprek en delen zij kennis en inzichten gerelateerd aan aspecten van de opleiding. Belangrijke uitgangspunten zijn dat verkregen inzichten ten goede komen aan de vormgeving van het IOP van de aios, het EP moet bijdragen aan de professionalisering van de opleider én de kwaliteit van de opleiding.

Iedere bijeenkomst Educatief Partnerschap bestaat uit de volgende onderdelen:

Actuele ontwikkelingen: Hierbij gaat het om vragen en antwoorden over ontwikkelingen in en rond de opleiding (voor opleiders en aios van belang om te weten). Een van de aandachtspunten is de implementatie van het Landelijk Opleidings Plan (LOP).

Vormgeven aan individuele opleidingsplannen van de aios: rol van aios en opleider. De concrete invulling van dit onderdeel is afhankelijk van waar aios op dat moment in de opleiding mee bezig zijn en wordt op maat uitgewerkt. Accenten zijn:

• Aan het begin van de opleiding (EP 1): de voorbereiding op de drie kortere stages (aanpalende, klinische stage, Arts M+G stage en Keuzestage).
• Halverwege de opleiding (EP2) Academisering: wat zijn de mogelijkheden bij TNO en elders om bij te dragen aan onderzoek, welke begeleiding past hierbij en welke rol heeft de praktijkopleider? 

Tegen het eind van de opleiding vormgeven aan een leven lang leren, na de opleiding. Wat moet, mag en wat levert het op? Opleiders en aios sparren over de mogelijkheden.

Leerdoelen:

Aan het eind van de bijeenkomst:

• bent u op de hoogte van actuele ontwikkelingen in de opleiding en de laatste stand van zaken m.b.t. de implementatie van het LOP;
• heeft u een aangescherpt beeld van de rol van de aios, uw eigen rol, de rol van de instituutsopleider, de stagebegeleider en eventuele andere professionals t.a.v. het individuele opleidingsplan van de aios (IOP) en het gekozen onderwerp daarbinnen.
• kunt u succesfactoren en valkuilen signaleren t.a.v. het vormgeven van IOP door uw eigen en andere aios
• kunt u een constructief gesprek met uw aios voeren over oplossingsrichtingen voor gesignaleerde valkuilen en de aanpak bij volgende stappen in diens IOP.

Kunt u aanbevelingen formuleren voor het opleidingsinstituut t.a.v. hun rol bij het IOP van aios.