Onderwerpen en leervragen:1. Wie stelt de diagnose, voelt de huisarts zich hierin bekwaam, wanneer wel en wanneer niet? Wat is de rol van de POH? (AO)
2. Wie zijn er allemaal betrokken bij de patiënt met dementie en hoe houd je contact? Wie heeft de regie waarin? (AO, AW, JS)3. Wat voor mogelijkheden zijn er om zo lang mogelijk thuis te wonen met dementie en wat vraagt dit van de huisarts? (AW, JS)4. Hoe herken je dat er een crisis aan komt en wat kun je dan doen? (AO, AW, JS)5. En als opname in zicht komt: hoe verloopt het traject naar opname toe en zijn de wachtlijsten echt zo lang? (AW, JS)
Doelen:1. Huisarts voelt zich bekwaam om de diagnose dementie stellen bij specifiek beeld. Huisarts kent de symptomen bij cognitieve stoornissen waarbij de diagnostiek aan een specialist ouderengeneeskunde wordt overgedragen. De POH kent haar rol in de diagnostiek bij cognitieve stoornissen. (AO)2. Huisarts, POH en assistente kennen het dementie netwerk en de rolverdeling hierin. (AW, JS)
3. Huisarts, POH en assistente kennen de mogelijke interventies thuis bij patiënten met dementie en weten wie hiervoor te benaderen is. (AO, AW, JS)4. Huisarts, POH en assistente herkennen de alarmsymptomen bij een cliënt met dementie die kunnen wijzen op een naderende crisis en weten hoe hierbij te handelen. (AO, AW, JS)5. Huisarts, POH en assistente hebben kennis van opnametraject. (AW, JS)
Zorggroep; eerstelijns organisatie