Naast de praktijkopleidersbijeenkomsten biedt de Master ANP in samenwerking met de Master PA een train-de-trainer cursus aan voor praktijkopleiders. Deze is ontwikkeld voor Medisch specialisten, Physician Assistants en Verpleegkundig Specialisten die:

• onlangs dan wel in de nabije toekomst voor het eerst de rol van praktijkopleider (PO)/ mentor bekleden en nog niet aantoonbaar didactisch gekwalificeerd zijn (junior PO).
• ervaren zijn in de rolbekleding van praktijkopleider/ mentor en hun didactische vaardigheden up-to-date willen houden en/ of willen door ontwikkelen (senior PO).

Dit gericht op het competentieprofiel als opleider zoals geformuleerd door het KNMG.

In de cursus wordt aan de volgende doelstellingen gewerkt:

De deelnemers:

• kunnen hun leervraag verwoorden m.b.t. het bekleden van de rol van praktijkopleider.

• kunnen de context waarbinnen masterstudenten MPA/ MANP opgeleid worden beschrijven.
• kunnen de verschillen benoemen tussen het opleiden van Aio’s en PAio/ VioS en de betekenis daarvan op de begeleidingswijze.

• kunnen enkele leertheorieën die ten grondslag liggen aan de visie op leren en opleiden in het kader van een duale opleidingsstructuur beschrijven.
• kennen de relevante factoren bij leren van volwassenen op het leerproces.
• kennen de kenmerken van een ‘goede opleider’.

• kennen de relevante factoren om tot zelfregulerend leren te komen.
• kunnen de relevantie van het formuleren van doelstellingen voor het sturen van het leerproces toelichten.

• kunnen leerdoelen voor een VioS en PAio beschrijven.
• kennen technieken om het zelfregulerend leren van VioS en PAio te bevorderen.
• kunnen gebruik makend van het persoonlijk ontwikkelplan van de VioS/ PAio, aansluiten bij de ontwikkelfase in het zelfregulerend leren van de student.

• kennen enkele didactische technieken om in te zetten tijdens onderwijsmomenten in de praktijk om op efficiënte wijze een hoog leerrendement te realiseren bij de student.
• kunnen effectief feedback- feedforward geven en ontvangen volgens Pendleton structuur.

• kennen de fasen in een praktijkbegeleidingsgesprek.
• kennen technieken om reflectie bij de student te ontlokken tijdens begeleidingsgesprekken.
• hanteren de feedbackregels bij het verstrekken van feedback, feedforward en feed-up in begeleidingsgesprekken.
• begeleiden vanuit coachend perspectief.

• zijn bewust van het effect van hun gedrag als professional en als mens op de leerrelatie en leerproces van de student.  
• kennen relevante factoren in het aanleren van vaardigheden in de praktijk.
• kunnen effectief feedback- feedforward geven en ontvangen.

• kunnen de wijze van inrichting van hoe het proces van beoordelen binnen de opleidingen is ingericht toelichten en verklaren wat dat vereist van de begeleidingsgesprekken.
• kunnen op transparante wijze tot een praktijkbeoordeling komen en deze effectief terugkoppelen, zodoende dat deze bijdraagt aan het leerproces van de student.