De training verloskunde en pasgeborene is ontwikkeld conform de benodigde competenties uit het Deskundigheidsgebied en eindtermen van de ambulanceprofessional
De ambulanceprofessional kan:
Doel 1: tijdens de training laten zien dat hij een normale bevalling kan begeleiden en inspelen op evt. complicaties (bloedverlies pré/post partum stuitbevalling, schouderdystocie, uitgezakte navelstreng).
Doel 2: tijdens de training laten zien dat hij competent is in verrichtingen, protocollen en casuïstiek die weinig voorkomen in de praktijk (bv. niet vorderende uitdrijving, acute problemen bij een pasgeborene en uitgezakte navelstreng).
Doel 3: een slechte start van een pasgeborene begeleiden (bv. Reanimatie).
Doel 8: benoemen waar men in de samenwerking (zowel met collega als de verloskundige) iets voor elkaar kan betekenen (bv. Couveusevervoer, inschakelen verloskundige, 2e ambulance etc.).
Doel 9: eigen sterke en leerpunten benoemen en is zich bewust van zijn eigen professioneel handelen tijdens verloskundige en pasgeborene casuïstiek.
Resultaat van de training is dat de ambulanceprofessional in staat om de opgedane kennis over verloskunde, en de acute zorgverlening aan pasgeborenen in de praktijk verder te oefenen en toe te passen. Hij reflecteert op eigen handelen en kan de transfer naar de praktijk maken doordat hij zich bewust is van eigen sterke competenties en eigen minder sterke competenties tijdens een hulpverlening.
Ambulancezorg Limburg