Deelnemers vergroten hun kennis over het kind met een chronische aandoening en de impact hiervan op kind en gezin. Deelnemers leren hoe zij die kennis concreet kunnen toepassen in hun eigen (psychologische) behandeling.

Na afloop van de scholing hebben deelnemers (kennis):

•  Inzicht in welke praktische zaken komen kijken bij het behandelen van een somatische ziekte;
•  Inzicht in welke factoren kunnen leiden tot het ontwikkelen van emotionele en sociale problemen;
•  Inzicht in interactie tussen emotionele en sociale problemen en ontwikkeling van de chronische aandoening;
•  Aandacht voor omstandigheden die de veerkracht van kind en gezin verbeteren.

Na afloop van de scholing (competenties):

•  Kunnen deelnemers aan de hand van het Gevolgenmodel in kaart brengen wat de gevolgen zijn van de ziekte op het sociaal, emotioneel, gedrag en fysiek functioneren (samen met kind en gezin);
•  Kunnen deelnemers Inadequate coping en disfunctionele gedragspatronen herkennen. Deelnemers leren tijdens de scholing hoe zij deze gedragspatronen begrijpelijk met kind en gezin kunnen bespreken;
•  Kunnen deelnemers samen met kind en gezin doelen formuleren op het gebied van zelfstandigheid, regie en adaptatie.