Het Myofasciale pijnconcept.
Het eerste doel van de DN-3 cursus is de verbanden te leggen van de theoretische basis van myofasciale pijn en disfunctie en de klinische beelden waarin myofasciale pijn en disfunctie daar een belangrijke rol spelen. In gesprekken met patiënten, artsen, specialisten en collega's dienen cursisten deze relatie duidelijk te kunnen maken, hoe groot de rol van MTrPs in deze is, welke evidentie er voor is en welk recent onderzoek deze visie ondersteunt. Tevens worden voor de rug, heup, buik, bekken, been, knie en voetklachten de betreffende predisponerende en klachtenonderhoudende factoren besproken per spier.

Diagnostiek en TrP Dry needling behandeling.
De tweede doelstelling van de DN-3 module bestaat uit het [her]kennen van de referred pain zones van alle behandelde spieren en het trainen van de vaardigheid om de MTrPs middels palpatie in de betreffende spieren op te sporen. Eerst dan is het mogelijk de MTrPs ook middels een naald te vinden en een voor het therapeutisch effect noodzakelijke Lokale Twitch Response op te wekken. In de DN-3 cursus zullen 60 spieren worden gedemonstreerd en geoefend middels dry needling, zodanig dat ze veilig en effectief kunnen worden geprikt. Na de DN-3 cursus is de cursist in staat MTrPs bij deze 60 verschillende spieren in de onderste twee quadranten van het lichaam en de kaakspieren middels patroonherkenning en palpatie op te sporen en middels dry needling te behandelen. Daar dry needling zonder training van de benodigde vaardigheden risico oplevert onder meer in de vorm van infecties, klaplong, orgaanperforatie, zenuwirritatie en bloedingen wordt in de cursus veel aandacht aan de veiligheid besteed. De moeilijkheidsgraad in de zin van toegenomen complicaties neemt toe in vergelijking met de 15 spieren die behandeld werden in de dry needling certificeringscursus DN-1 .

Differentiaal diagnostiek.

Het derde doel van de DN-3 module is de symptomatologie van myofasciale pijn en disfunctie te plaatsen binnen de gangbare grote diagnosegroepen, te weten: rugklachten, heupklachten, knie en voetklachten. Bij de differentiaal diagnostiek is van belang myofasciale problematiek te onderscheiden van andere klinische beelden en hun eventuele co-existentie met MTrPs. Certificering. Het behaalde certificaat geeft aan dat de cursist veilig kan en mag werken met deze techniek bij de in de betreffende module behandelde musculatuur. Vanaf DN-3 is de cursist hiertoe in staat en bevoegd. Na het doorlopen van DN-3 wordt er enkele weken later een praktijk en theorie-examen afgenomen