Beknopte omschrijving 

De kennis en inzichten die de deelnemers tijdens deze tweedaagse nascholing verwerven helpen niet alleen om een beter begrip te krijgen voor het ontstaan en beloop van psychopathologie, maar ook om goede afwegingen te maken tussen de verschillende behandelopties en om uitleg te geven aan patiënten over de klachten en de mogelijke behandelingen.

Tijdens de masterclass komen onderwerpen als synaptische plasticiteit, neurotransmitters, beeldvorming in de hersenen, positieve- en negatieve valentie, creativiteit en sociale cognitie aan bod.

Het multidisciplinaire docententeam bestaat uit ervaren professionals die graag hun kennis vanuit het lab of de praktijk met u delen. Deelnemers krijgen verschillende onderwijsvormen aangeboden - presentaties, workshops, het bespreken van casuïstiek - om tot een optimaal leerrendement te komen. Op dag 2 wordt zelfs 'live' verbinding gemaakt met de snijzaal van het Amsterdam UMC!

Leerdoelen 

Na het volgen van deze masterclass:

• begrijpt u de context en werkwijze van de masterclass;
• voelt u de motivatie om er zelf actief mee aan de slag te gaan, ook na de masterclass in de spreekkamer;
• weet u hoe (langdurige) veranderingen in communicatie tussen hersencellen tot stand komen;
• weet u welke rol deze veranderingen spelen bij het geheugen;
• weet u hoe stressvolle en traumatische veranderingen de communicatie tussen hersencellen en het geheugen beïnvloeden;
• weet u meer over het belang en de mogelijkheden van translationeel dierexperimenteel onderzoek in de psychiatrie;
• krijgt u meer inzicht in nieuwe geavanceerde technieken die hersenfunctie op zeer gedetailleerd neurobiologisch niveau kunnen onderzoeken;
• kent u de basale neurobiologische systemen (hersenstructuren en -circuits, neurohormonale systemen en neurotransmitter systemen), die betrokken zijn bij de eerste drie constructen van negatieve valentie: acute dreiging, potentiele dreiging en aanhoudende dreiging;
• kunt u uitleggen hoe disfuncties van deze systemen kunnen leiden tot psychiatrische ziekten en klachten;
• kunt u uitleggen hoe bestaande interventies voor bijbehorende ziekten/klachten aangrijpen op deze systemen;
• begrijpt u hoe verstoring van beloningsprocessen een rol speelt bij psychiatrische aandoeningen;
• begrijpt u het belang van het positieve valentie systeem voor het begrijpen van psychiatrische comorbiditeit;
• begrijpt u dat de ingebrachte scheiding tussen stoornis categorieën conform de DSM, in het bijzonder de scheidslijn tussen verslaving en andere psychiatrische stoornissen, vanuit neurobiologisch perspectief onhoudbaar is;
• kent u de verschillende aspecten van creativiteit;
• weet u de verschillende aspecten van creativiteit te linken aan de diverse psychiatrische aandoeningen;
• heeft u ‘food for thought’ gekregen voor de implementatie van deze kennis voor psycho-educatie.