In de dagelijkse beroepspraktijk kan een doktersassistent voor ethische kwesties, lastige keuzen en morele dilemma’s komen te staan, hiervoor biedt de Beroepscode regels en richtlijnen. Binnen de Beroepscode is vastgelegd dat de doktersassistent verplicht is om te werken met de Meldcode huiselijk geweld en Kindermishandeling bij vermoedens van onveiligheid in de thuissituatie.  Dit houdt in dat doktersassistenten signalen van kindermishandeling of huiselijk geweld moeten kunnen herkennen en dat ze weten hoe ze volgens de stappen van de meldcode en het in 2019 toegevoegde afwegingskader kunnen handelen.
Dat is niet eenvoudig. Zorgprofessionals ervaren vaak ‘handelingsverlegenheid’ rondom dit thema. 
In deze scholing leert de doktersassistent de signalen te herkennen van kindermishandeling en huiselijk geweld.
 

Vervolgens komt het probleem van het signaleren. Het naleven van de geheimhoudingsplicht en beroepsgeheim, het meldrecht en de zorgplicht kunnen met elkaar in conflict komen. Doktersassistenten moeten in deze complexe materie hun verantwoordelijkheid nemen, maar ze kunnen niet alleen een beslissing nemen om wel of niet te handelen bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling. Met wie in de organisatie en hoe bespreken doktersassistenten signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling?

In deze scholing ontwikkelen doktersassistenten een proactieve houding ten aanzien van signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling. Ze leren te werken met de meldcode en deze te vertalen naar een werkbaar protocol waarmee gewerkt kan worden in de praktijk.