Inhoud
Deze cursus richt zinhop het overdragen van de kennis en kunde van schematherapie. In de basiscursus : uitleg van het schema- en modimodel, theorie basisbehoeften, wetenschappelijk onderzoek en toepassingen, toelichting persoonlijkheidsstoornissen. Het diagnostisch model, waaronder de indicatiestelling en uitmondend in een Casusconceptualisatie. Er wordt uitgebreid aandacht besteed aan de therapeutische houding/relatie, de fases in de therapie, de schematherapeutische technieken (cognitieve, gedragsmatige en experientiele) zowel op kennisniveau, en op praktische niveau. In de vervolgcursus vindt de verdieping plaats, waaronder toelichting van de persoonlijkheidsstoornissen. Het modusmodel binnen cluster B (NPS en BPS) en cluster C komt aan de orde, de keuzes de interventies en de therapeutische relatie afgestemd op de PS. Daarnaast komt groepstherapie uitgebreid aan de orde.
Methodiek
De cursus biedt een combinatie van theorie en praktijk, waarbij meerdere leermiddelen worden aangereikt. De nadruk ligt op de behandeltechnieken, in het demonstreren (live door docent, video’s) en het door cursisten oefenen. Cursisten bereiden zich voor door de literatuur te bestuderen en door het actief toepassen van het geleerde in de praktijk. In de les worden deze voorbereidingen besproken, met nadruk op het oefenen in de praktijk
Literatuur behorend bij een van de cursusdagen worden vermeld op de betreffende dag. Daarnaast zijn een aantal artikelen opgenomen in de cursusmap die los van de cursusdagen gelezen dienen te worden.
Leerdoelen
Na afloop van de cursus :
zijn deelnemers in staat een goede inschatting te maken voor wie we/niet in aanmerking komt voor schematherapie.
zijn deelnemers in staat een op schematherapie afgestemde casusconceptualisatie te maken (ingevuld formulier en grafische weergave modimodel).
beschikken deelnemers over kennis en vaardigheden m.b.t. specifieke behandelingstechnieken passend binnen schematherapie
zijn deelnemers in staat de therapeutische relatie te hanteren zoals deze in schematherapie bedoeld is
zijn deelnemers in staat de schema therapeutische interventies toe te passen in individuele- en groeps- schematherapieën
Toetsing
Toets 1 (na 4 bijeenkomsten in leveren)
een casusconceptualisatie (formulier en grafisch model)
een beschrijving van therapievoorspellers op basis van de scores uit de schemavragenlijsten (van patiënt en therapeut) en op basis van de FA en BA van de therapeutische relatie
een kort verslag van een diagnotische imaginatie met een cliënt
Toets 2 (8e bijeenkomst)
Elke cursist demonstreert opgedane vaardigheden aan de hand van een rollenspel. Ter voorbereiding maakt de cursist een korte casusconceptualisatie van een cliënt waarmee zij/hij de vaardigheid wil oefenen. Een mede-cursist speelt de cliënt na en o.b.v. de vooraf gekregen informatie.