Blended learning
De cursus wordt gegeven vanuit blended learning. Dit houdt in meer zelfstudie thuis middels een online leeromgeving en na iedere online leermodule volgt er een fysieke bijeenkomst
Sensorische informatieverwerking en de invloed op het gedrag, de motorische ontwikkeling en het dagelijks bewegen, handelen en communiceren.
Sensorische informatieverwerking is het neurologische verwerkingsproces van zintuiglijke informatie. Zintuiglijke informatie wordt door het zenuwstelsel opgenomen, verwerkt en geïntegreerd, zodat een adequate reactie (adaptive response) mogelijk wordt gemaakt. Zintuiglijke informatie die in deze opleiding vooral aanbod komen is visuele, auditieve, tactiele, vestibulaire, proprioceptieve en interoceptieve informatie. Voorheen werd dit senso(moto)rische integratie genoemd.
De theorie en behandeling vanuit de sensorische informatieverwerking is een aanvullende expertise binnen het vakgebied als (kinder)fysiotherapeut, (kinder)ergotherapeut, logopedist, (kinder)oefentherapeut en psychomotorisch therapeut. In de sensorische informatieverwerking gaat het juist om het bewegen, handelen en gedrag van het kind. Door het bewegen van het kind in zijn of haar leefomgeving verwerkt het zintuiglijke prikkels en reageert het kind hierop op een bepaalde wijze. Voor kinderen heeft bewegen een gunstig effect op hun motorische, communicatieve, cognitieve en psychosociale ontwikkeling.
Kinderen met vaardigheidsproblemen, problemen in het bewegen, problemen in het communiceren, een vertraagd motorisch niveau (grove en/of fijne motoriek ten opzichte van leeftijdgenoten, schrijfproblemen), een vertraagd communicatief niveau, angst voor bewegen, gedragsproblemen en concentratieproblemen kunnen in aanmerking komen voor een therapie vanuit de sensorische informatieverwerking.
Leerdoelen:
Lesdag 1
De cursist kent: de basis en oorsprong van de Sensorische informatieverwerkingstheorie en de diverse stromingen binnen de Sensorische informatieverwerkingstheorie + uitleg zintuigen + begrip arousal.
lesdag 2
Klinisch redeneren t.a.v. SI behandeling + het stellen van hypothesen vanuit de SI en invloed op handelen en gedrag. Kennis van de zintuigen en neurologie + invloed op het dagelijks functioneren. Naast begrip arousal, welk invloed op het dagelijks functioneren + verschillende fasen.
Lesdag 3
Welke gevolgen verstoringen in de systemen kunnen hebben op functies in het dagelijks leven + hoe het emotionele systeem werkt + hoe hersenen leren + proces van aandacht + emotie-regulatie
Lesdag 4
Het diagnosemodel volgens Lucy Miller + W. Dunn, weet wat de verschillende diagnoses inhouden. + kent de 4 gedragspatronen: zoeker, toeschouwer, sensor en vermijder. Kan SP + school compagnon beoordelen + kan diagnoses gebruiken in eigen behandelcontext + kent sensory spaces
Lesdag 5
cursist weet welke vaardigheden van belang zijn bij observeren + beoordelen casus + verschillende testen + onderzoek + afnemen van een anamnese + opstellen van een onderzoeksplan + start behandelplan.
Lesdag 6
behandel-interventies vorm geven + kan een opzet maken voor een SI-profiel en een assessment-verslag.
lesdag 7
De cursist kan bij een client het motorprogramma toepassen, kan een Zintuiglijk activiteitenprogramma voor thuis en/of op school opstellen. + opstellen van een behandelplan + uitvoeren.