Het eerste leerdoel van deze online studiemiddag is onderscheid te maken tussen onschuldige geboortevlekken en de - zeldzamere - riskante geboortevlekken.

Geboortevlekken komen veel voor (bij 1 op de 3 baby’s). Een significante minderheid van de baby’s heeft echter een vasculaire geboortevlek - zoals bijvoorbeeld een wijnvlek of hemangioom (aardbeienvlek) - die door een arts moet worden gezien en waarvoor zelfs een doorverwijzing naar een erkend expertisecentrum kan zijn aangewezen.

Vasculaire geboortevlekken kunnen voor problemen zorgen die soms heel ernstig van aard zijn. Ze kunnen ook gepaard gaan met andere aandoeningen. In de medische opleiding zijn riskante vasculaire geboortevlekken echter een onderbelicht thema waardoor aangeboren vaatafwijkingen met regelmaat onjuist worden gediagnosticeerd en de risico’s onjuist worden ingeschat.

Tijdens deze studiemiddag worden jeugdartsen, huisartsen, dermatologen, verpleegkundig specialisten en verloskundigen door specialisten van vier academische expertisecentra geïnformeerd over de verschillende soorten ‘vasculaire geboortevlekken’ en de risico’s daarvan. Jeugdartsen, huisartsen, dermatologen, verpleegkundig specialisten en verloskundigen zien (jonge) baby’s met regelmaat en krijgen de eerste vragen van ouders over vasculaire geboortevlekken. Zij zijn dan ook de aangewezen artsen om de risico’s van deze geboortevlekken in te schatten. Wanneer zijn deze vaatafwijkingen/geboortevlekken riskant? Wanneer moet worden doorverwezen naar een expertisecentrum? Wat zijn de behandelmogelijkheden?

De diverse vasculaire geboortevlekken (aangeboren vaatafwijkingen) zijn geclassificeerd door de internationale wetenschappelijke vereniging (www.ISSVA.org). De belangrijkste aangeboren vaatafwijkingen worden tijdens de studiemiddag kort toegelicht aan de hand van deze classificatie waarbij tevens wordt aangegeven wat de risico’s zijn. Deze lezingen zijn inleidend van aard en zijn met name bedoeld voor jeugdartsen, huisartsen, dermatologen, verpleegkundig specialisten en verloskundigen. Duidelijk wordt wanneer een doorverwijzing naar een gespecialiseerd team nodig is.

Een ander leerdoel van deze bijeenkomst is jeugdartsen, huisartsen, dermatologen, verpleegkundig specialisten en verloskundigen te informeren over de nieuwe richtlijnen (najaar 2020) van de NVDV voor de behandeling van infantiele hemangiomen. Wanneer is een doorverwijzing naar een academisch expertisecentrum nodig en wanneer kan het door de jeugdarts, huisarts, dermatoloog, verpleegkundig specialist of verloskundige zelf goed in de gaten worden gehouden?