De laatste jaren blijven ouderen langer in de eigen omgeving wonen, waarbij er vaker een beroep gedaan wordt op mantelzorgers en aanvullende thuiszorg. Pas als er sprake is van een onhoudbare situatie voor de oudere en de betrokken omgeving kan er besloten worden tot opname in een gespecialiseerde voorziening. Een steeds groter percentage van de mensen die in een verpleeghuis wonen hebben een (ver)gevorderd dementiesyndroom. Het aantal mensen met onbegrepen gedrag in de verpleeghuizen neemt ook toe door onder meer de aangescherpte indicatiestelling, waardoor ouderen vaak (te) laat in een verpleeghuis komen.
Een andere verandering is dat instellingen voor psychiatrie (GGZ) dementie als een contra indicatie zijn gaan beschouwen. Om deze reden zijn zij cliënten door gaan verwijzen naar geriatrische instellingen. Hierdoor is er in de ouderenzorg bij cliënten naast dementie vaker sprake van psychiatrische, verslaving of NAH problematiek hetgeen zacht uitgedrukt zorgt voor een hele andere dynamiek binnen de verpleeghuiszorg. Een probleem dat hierbij ontstaat is dat in de verpleeghuiszorg nu twee verzorgenden per acht bewoners als norm gehanteerd wordt terwijl de bezettingsnorm in de GGZ bijna één op één is: dus één verzorgende per patiënt. Ondersteuning van het verpleeghuis zorgteam is dan ook van essentieel belang.
Daar komt bij dat nieuwe wetgevingen en richtlijnen (terecht) aansturen op het kritisch beoordelen en waar mogelijk verdergaand terugdringen van middelen & maatregelen en psychofarmaca. Dit doet een aanvullend beroep op deskundigheid en creativiteit van betrokken medewerkers en disciplines. Medewerkers worden hierdoor steeds vaker geconfronteerd met eigen onmacht en handelingsverlegenheid in verzorging en begeleidingssituaties.

Webinar 1: SMI

- Na deze scholing weet de deelnemer wat stoornissen in de SMI zijn;
- Na deze scholing is de deelnemer in staat problematiek rondom de prikkelverwerking te signaleren;
- Na deze scholing is de deelnemer bekend met de werkwijze van de SMI therapeuten en hoe zij de therapeuten kunnen inschakelen;
- Na deze scholing is de deelnemer bekend met dat problemen met alertheid ( agressie/ apathie) kunnen worden veroorzaakt door stoornissen in de SMI.
 

Webinar 2: NAH

- Na deze scholing weet de deelnemer wat oorzaken zijn van hersenletsel;
- De deelnemer weet wat de gevolgen zijn van hersenletsel;
- De deelnemer weet waarom hersenletsel moeilijk en onbegrepen gedrag kan veroorzaken;
- De deelnemer heeft handvatten hoe om te gaan met moeilijk en onbegrepen gedrag door hersenletsel.

Webinar 3: Psychofarmaca

- Na deze scholing weet de deelnemer wat de indicaties zijn voor wel of niet starten met psychofarmaca;
- De deelnemer weet welke psychofarmaca voorgeschreven kunnen worden voor welk type probleemgedrag; 
- De deelnemer weet hoe het gebruik van psychofarmaca geëvalueerd moet worden;
- De deelnemer weet hoe psychofarmaca afgebouwd wordt.