Als forensisch behandelaar kun je te maken hebben met ernstige agressieproblematiek, exhibitionisme, verslaving, pedofiele neigingen, stalking of PTSS-klachten vanuit delict-situaties. In veel gevallen kun je een deel van het behandelplan uitvoeren met EMDR. Maar evengoed blijkt louter toepassen van het basisprotocol tekort te schieten; ofwel vanwege de complexe casusconceptualisatie, ofwel vanwege de noodzaak om andere protocollen of technieken te gebruiken. Denk aan specifiek ontwikkelde toepassingen van EMDR, het gebruik van cognitive interweaves (CI) en rescriptive interweaves (RI). Hoewel deze ‘varianten’ beperkt wetenschappelijk zijn onderzocht, hebben ze in de klinische praktijk hun nut tot nu toe ruim bewezen.

Wat leer je?

• Je krijgt inzicht in waar de basisprotocollen tekortschieten.
• Je krijgt successen die voortkomen uit de klinische praktijk uitgelegd en leert eigen casuïstiek vanuit deze context opnieuw te beoordelen voor het toepassen van EMDR.
• Je leert EMDR toepassen gecombineerd met andere protocollen en technieken.