Als POH-GGZ begeleidt je vaak individuele klachten van clienten, de presentatie van relationele problematiek wordt vaak geuit in lichamelijke problematiek.
Relationele spanning wordt vaak omgeven door schuld en schaamte.Over deze spanning praat je niet zo gemakkelijk. Als POH-GGZ is het echter zinvol om samen met de cliënt, en /of diens partner deze schuld en schaamte te (h)erkennen. Op basis daarvan kun je partners leren om niet naar symptomen te kijken maar naar patronen waardoor er weer ruimte komt voor de liefde.
Want…..”Liefde is niet alles in het leven maar zonder liefde is alles niets”.
Moeilijkheden tussen partners wijzen niet per definitie op een slechte relatie of een tekort aan liefde. Het zijn de verschillen tussen partners die ervoor zorgen dat voortdurend moeilijkheden ontstaan waarvoor elk koppel steeds weer oplossingen moet bedenken.
Geslaagde oplossingen leiden tot saamhorigheid. Bij steeds falende oplossingen kan de relatie een kwelling worden. Het zijn dus vaak niet de problemen die partners ongelukkig maken, maar de (falende) oplossingen die ze kiezen om deze problemen te overwinnen. Dit kan de basisveiligheid bedreigen en leiden tot vicieuze cirkels. Partners komen dan in een patroon terecht waarin ze het verlies van verbondenheid ervaren. Het risico is dat onenigheden en ruzies gaan escaleren.
Wanneer relationele problematiek overgaat in partnergeweld (psychisch geweld is ook huiselijk geweld) is de huisarts vaak de eerste die hier mee geconfronteerd wordt. Echter worden de signalen vaak op een verborgen manier gepresenteerd. Huisartsen en POH-ggz (én somatiek) herkennen dit probleem vaak onvoldoende.
Leerdoelen:
Na afloop hebben de deelnemers handvatten om:
- Relatie-problematiek te bespreken
- Signalen van relatieproblematiek in combinatie met huiselijk geweld vroegtijdig te herkennen
- Vermoedens van partnergeweld actief te bespreken
- Inzicht in welke relatieproblemen wel/niet in de HA praktijk “verholpen” kunnen worden
- in de dagelijkse praktijk te onderzoeken of verwijzing helpend kan zijn en kennis van welke verwijzing dan helpend is.
- onderscheid te maken in relationeel en intentioneel geweld en hebben ze het inzicht in dat relationeel geweld om verbinding vraagt en intentioneel geweld om veiligheid.