Bij intramusculaire injecties vindt de inspuiting (injectie) plaats in spierweefsel. De vloeistof

wordt sneller (binnen 15 – 20 minuten) in de bloedsomloop opgenomen dan na een subcutane

injectie.

Injecteren in de spier kan pijnlijk zijn. Help de cliënt de spier te ontspannen.

In de scholing wordt de vaardigheid van het toedienen van de intramusculaire injectie behandeld. Nadat de wettelijke kaders voor het geven van een injectie, worden de anatomische kenmerken van de voorkeursplaatsen voor intramusculair injecteren behandeld. Tevens wordt stilgestaan bij de materiaalkeuze zoals keuze voor naalden en spuiten. De uitvoering wordt stap voor stap in deelvaardigheden uitgelegd, ondersteund met (video)animaties en foto’s. Tenslotte worden de mogelijke complicaties behandeld die bij deze invasieve handeling kunnen optreden.