De cursus Van pastoraal werk naar geestelijke verzorging biedt voor pastoraal werkenden de mogelijkheid om kennis en competenties te verwerven die nodig zijn voor het werk binnen de verschillende werkvelden van de geestelijke verzorging. De aandacht richt zich met name op de context van de geestelijke verzorging en op de eigen rol en taak van de geestelijk verzorger; met andere woorden: de cursus geeft inzicht in waar je komt te werken en op wat je daar te doen hebt.
Als globale eindtermen kunnen geformuleerd worden:
De cursus omvat vijf leerthema’s. De leerthema’s richten zich op het verwerven van nieuwe content maar evenzeer op het verwerven en inoefenen van competenties en vaardigheden en het integreren daarvan in de persoonlijke professionele houding.
Achtereenvolgens:
(1) Verkenning van de eigen professionaliteit. Vier dagdelen en een afsluitend kloosterweekend waarin het respectievelijk gaat om (a) bespreken van de religieuze biografie en formuleren van leerdoelen en (b) evaluatie van de cursus en de eigen leerdoelen in relatie tot het beroepsprofiel van de GV.
(2) Wat is geestelijke verzorging? Context, identiteit en professionaliteit van een instelling. Zeven dagdelen. Het gaat dan onder meer over zaken als het typische jargon in de wereld van de GV, de organisatiestructuren en de eisen en verwachtingen die de instelling heeft over de professionaliteit van de GV. Het leerthema richt zich tevens op de professionaliteit van de GV in relatie met de verschillende doelgroepen binnen de diverse werkvelden (andere professionals, cliënten, patiënten) en zorgcontexten (ouderenzorg, revalidatie, palliatieve zorg, specifieke ziektebeelden als dementie e.a.).
(3) Wat doet een geestelijk verzorger? Concepten en vormen van geestelijke begeleiding. Negen dagdelen met aandacht voor werkvormen, zowel theoretische kaders als praktische oefening van specifieke werkvormen.
(4) Professionaliteit inzake ethiek en moreel beraad. Vier dagdelen. In dit leerthema gaat het om de ethische en maatschappelijke discussies rond belangrijke levensvragen (levenseinde, voltooid leven) in relatie tot de professionaliteit van de geestelijk verzorger en (de identiteit van) de instelling of organisatie. Belangrijk is de aandacht voor de rol van de GV in het moreel beraad.
(5) Stage. De stage richt zich met name op die aspecten en competenties die eigen zijn aan de beroepspraktijk van de GV. Tijdens de stage wordt gewerkt aan de hand van gerichte opdrachten (observatie, interview e.a.) en schrijft de deelnemer een stageverslag met daarin de uitwerking van de opdrachten, een reflectie op eigen leermomenten en verbindingen legt tussen ervaringen en indrukken met de inhoud van de cursus.
Luce is de instelling voor valorisatie en post-academisch onderwijs van de School of Catholic Theology van de Universiteit van Tilburg.