Omschrijving:
Een positieve band tussen ouders is van groot belang voor het welzijn en de gezondheid van zowel het kind als de ouders. De kwaliteit van de ouder-kindrelatie bepaalt in hoge mate de ontwikkelingskansen van het kind.
Uit recent wetenschappelijk onderzoek wordt dit enorme belang bevestigd. Een positieve band tussen ouders en kind beinvloedt de ontwikkeling van de hersenen van het kind in positieve zin. Er is een samenhang aangetoond tussen een veilige hechting en een gezonde agressieregulatie, voldoende stressbestendigheid, schoolresultaten, en het vermogen tot het opbouwen van vriendschappen en latere partnerrelaties. In Nederland worden vrijwel alle kinderen door de jeugdartsen en jeugdverpleegkundigen gezien. Dat is een uitgelezen kans voor vroegsignalering van een onveilige ouder-kind band en om deze band positief te beinvloeden. Dit kan gezien worden als een krachtige vorm van preventie binnen de jeugdzorg. In deze nascholing staat signalering van de (on)veilige ouder-kind relatie centraal, naast de mogelijkheden die de jeugdarts en verpleegkundige in handen krijgt om de relaties binnen het gezinssysteem positief te beinvloeden.
De nascholing bestaat uit vier bijeenkomsten van elk drie uren, waarbij de theorieen over hechting en de begrippen die voortkomen uit de hechtingstheorie op praktische wijze worden besproken. Er wordt gebruik gemaakt van verschillende werkvormen: inhoudelijke presentaties, observaties van de ouder- kindrelatie via video's, interactievormen / discussie, oefenen van vaardigheden toepasbaar in de dagelijkse praktijk. praktijk
Tussen de bijeenkomsten door vinden er praktijksessies plaats, waarbij de casuistiek van de deelnemers uit de praktijk besproken wordt vanuit de theorie van de nascholingsbijeenkomsten.
Leerdoelen:
De deelnemer verwerft kennis over en inzicht in de (subtiele) signalen die in een ouder- kind relatie kunnen wijzen op een onveilige zich in negatieve zin ontwikkelende band.
De deelnemer leert om vanuit verschillende (theoretische) invalshoeken de band tussen ouders en kind te beoordelen aan de hand van begrippen uit de hechtingstheorieen.
De deelnemer verwerft kennis over en inzicht in de oorzaken van een verstoring in de hechting tussen ouders en kind
De deelnemer leert achter hulpvragen van ouders de kwaliteit van de hechtingsrelatie beoordelen
De deelnemer krijgt inzicht in de ontwikkeling van het kind in de eerste levensjaren vanuit het perspectief van de hechtingsrelatie
De deelnemer verwerft kennis van de sociale kaart en kent de criteria voor verwijzing bij hechtingsproblemen.
Aan de hand van een kortdurende interventiemethodiek leren de deelnemers om de band tussen ouders en kind positief te beinvloeden.
De deelnemer krijgt feedback op de grondhouding als hulpverlener in het werken met ouders en kind.