Achtergrond: De ontwikkeling van de genetische potentie van zeugen gaat zeer snel. De hedendaagse zeug lijkt in de verste verte niet meer op haar voorgangers. Ze produceert veel meer biggen en de spier- en spekbedekking zijn flink veranderd. Dit heeft grote gevolgen voor de behoefte van een moderne zeug om lang mee te gaan (duurzaamheid) en veel kwalitatief goede biggen te leveren. Dus een goede bigoverleving.

Voor een goede advisering aan de varkenshouders spelen dierenartsen een belangrijke rol, zeker als het gaat om diergezondheid. In de zeugenhouderij is een vitale zeug het belangrijkste uitgangspunt. Hoge vervangingspercentages als gevolg van onvoldoende weerstand en verkeerde voeding liggen bij de moderne zeug op de loer. Temeer daar de huidige generatie zeugen extreem bespierd zijn (het body buildersyndroom) en relatief  weinig spek hebben. Op basis van meer dan 13.000 individuele spier-spek metingen bij zeugen in verschillende stadia van de zeugencyclus (2 tot 6 keer gemeten) op meer dan 30 zeugenhouderijen kunnen we aantonen dat de spier-spek verhouding vaak fout is. Dit begint al bij de opfokperiode. Gevolg is dat toomgewichten te laag zijn, biest en melkgift onder de maat en de zeug onevenredig veel gewicht verliest. Deze metingen zijn verricht door Cargill en ABZ Diervoeding. Daarnaast zijn door ABZ Diervoeding in 4 maand tijd van ca. 500 tomen de biggen bij geboorte gewogen. Ook de analyse van deze gegevens wordt in de presentatie meegenomen.

De Schothorst onderbouwt wetenschappelijk, mede op basis van eigen onderzoekresultaten, wat de gevolgen zijn van de huidige hoge biggenproductie. Ook zal vanuit de Schothorst de onderbouwing worden gegeven voor de nieuwste inzichten voor praktijkoplossingen. 

Cargill heeft afgelopen jaren veel meetervaring opgedaan m.b.t de beste spekniveau ’s van zeugen in de diverse stadia van de zeugcyclus. Bij de huidige moderne zeug is dit nog belangrijker, waarbij ook het spierniveau een belangrijke graadmeter is gebleken. Naast haar eigen metingen heeft Cargill ook alle spier-spekmetingen van ABZ-diervoeding geanalyseerd. Tijdens de presentatie van Cargill zullen deze metingen, de analyses en conclusies aan de orde komen.

ABZ Diervoeding zal bij monde van haar nutritionist en productmanager ingaan op ervaringen en praktische aspecten van de zeugenvoeding voor de moderne zeugen. Hoe de duurzaamheid van de zeug te verhogen, uniforme biggen en hoge toomgewichten realiseren, gecombineerd met een hoge biest- en melkproductie. De ervaringen met GMI-metingen worden gedeeld. Daarnaast zal ingegaan worden op de maatschappelijke en financiële aspecten van een goede duurzame biggenproductie.

Leerdoelen:

Analyseren van zowel spier- als spekdikte bij zeugen en aantonen dat het noodzakelijk is om de werkelijke conditie van een zeug te bepalen; conditiebepaling op het oog is bedrieglijk

Aantonen, op basis van metingen en analyses, dat een zeug in de juiste conditie (spier-spek verhouding) meer uniforme en zwaardere biggen geeft met een hogere overlevingskans

Het kunnen beschrijven van het negatieve effect  van spierverlies (eiwitafbraak) op de gezondheid van de zeugen, de vruchtbaarheid, de  geslachtorganen en de uiteindelijke weerslag op de vitaliteit van de biggen en zeugen. 

Dat dit wetenschappelijk onderbouwd wordt en aangetoond op basis van analyses van meer dan 13.000 individuele zeug metingen op meer dan 30 zeugenhouderijen. Daarnaast de geboortewichten van bijna 500 tomen zijn bepaald en geanalyseerd.

Kunnen beargumenteren dat we met de juiste voerstrategie van de moderne zeug, invloed hebben op de weerstand en vitaliteit van biggen. Dit staat aan de basis van diergezondheid!

Kunnen beargumenteren dat deze voerstrategie ook effectief is bij extreem warm weer en de zeug daardoor een betere vruchtbaarheid behoudt

Kunnen toelichten dat  deze voerstrategie financieel voordeel oplevert voor de zeugenhouder in de vorm van hoger speengewicht, betere biggenoverleving, langer meegaan van de zeug/duurzaamheid

Beargumenteren dat de biggenproductie maatschappelijk beter is te verantwoorden: minder doodgeboren biggen, lagere uitval biggen na spenen, vermindering medicijngebruik, duurzamere zeug door een constantere conditie/lichaamsgewicht, uniformere zeugen en biggen.