Reanimatie natte neonaat

Deze training zit volledig in de dagtraining ‘Assisteren bij Acute Verloskunde’. Er is een mogelijkheid om deze module als losse training te volgen.

Opzet van de scholing

Deze training is zowel theoretisch als praktisch. In stappen wordt de theorie van een reanimatie behandeld maar vooral staat het oefenen in de praktijk centraal. Het doel van de scholing is dat kraamverzorgenden leren hoe te assisteren bij reanimatie van een pasgeborene ('natte' neonaat) samen met een verloskundige. We bootsen een reanimatie op een oefenpop na waarbij de verloskundige de leiding heeft en de kraamverzorgende belt, assisteert en schrijft. Verder oefenen we om zelfstandig een reanimatie op te starten bij een baby van een paar dagen oud.

 Programma

• Aanpassen pasgeborene aan extra-uteriene leven
• Ademhaling en circulatie
• Oorzaken van ademhaling - en circulatieproblemen
• Assisteren bij een reanimatie
• Hypoxie/ asfyxie
• Zelfstandig opstarten van een reanimatie
• Oefenen op een reanimatiefantoom in de vorm van een casus

Doelen en competenties

Assisteren van een verloskundige bij een reanimatie van de natte neonaat volgens een vaststaand stappenplan. Zelfstandig opstarten van een reanimatie. Duidelijk maken van het verschil, wel of geen ontplooide longen. Tijdens praktijkgedeelte wordt een reële situatie nagespeeld, geoefend en getraind.   

De kraamverzorgende weet na deze scholing:

• Wat de randvoorwaarden zijn voor een goed verlopende baring en vlotte samenwerking tussen kraamverzorgende en verloskundige.
• Weet welke voor welke van deze randvoorwaarden zij verantwoordelijk is.
• Wat het HOT ABC stappenplan inhoudt, specifiek bij het reanimeren van de natte neonaat.
• Wat van een kraamverzorgende mag worden verwacht wat betreft het assisteren bij de geboorte van een neonaat met een APGAR < dan 7.
• Welke verslaglegging van belang is voor een adequate overdracht naar ambulance en/of ziekenhuis.
• Weet welke apparatuur de verloskundige gebruikt bij het reanimeren van de natte neonaat inclusief de inhoud van de noodkoffer weten.

De kraamverzorgende kan na deze scholing:

• Zorgdragen voor warmte in de kraamkamer, doeken en kleertjes.
• De aanstaande ouders geruststellen en informatie verschaffen over de actuele situatie.
• Noodkoffer aangeven en in opdracht de zuurstofcilinder opendraaien
• Thoraxexcursies geven in opdracht van de verloskundige
• Schriftelijke verslaglegging/ tijdverloop noteren van de actuele situatie tijdens de reanimatie van de natte neonaat.
• Opdrachten van de verantwoordelijk verloskundige opvolgen volgens HOTABC-stappenplan
• Adequaat samenwerken met de verloskundige ten einde een goede en vlotte samenwerking te realiseren waarbij het doel is de neonaat zo spoedig mogelijk in een zo optimaal mogelijke conditie te krijgen.

Niveau

Het niveau sluit aan bij de basisopleiding kraamverzorgenden en moet als verdiepend worden beschouwd.

Duur van de scholing

De scholing duurt 3 uur een heeft een studiebelasting vooraf van 1 uur.