De cursist:
• kan de algemene hulpverleningsregels toepassen
• is bekend met de regels voor het melden en alarmeren
• is bekend met de uitgangspunten voor de Eerste Hulp
• heeft kennis van en inzicht in de voor de Eerste Hulp relevante verschillen in lichamelijke en psychologische ontwikkeling en kan deze toepassen bij het verlenen van Eerste Hulp
• heeft kennis van en inzicht in de gevaren in de omgeving die kunnen leiden tot letsels bij kinderen
• heeft kennis van en inzicht in de maatregelen om ongevallen te voorkomen
De cursist kan Eerste Hulp verlenen aan kinderen van 0 jaar tot de puberteit bij:
• uitwendige wonden
• bloedingen
• botbreuken, ontwrichtingen en wervelletsels
• verstuikingen en kneuzingen
• voorwerpen in neus, oor, mond en huid
• insectensteken en dierenbeten/krabwonden
• brandwonden
• vergiftiging
• oogletsels
• problemen met het bewustzijn (hersenschudding, flauwte, koortsstuipen, bewusteloosheid, onderkoeling, oververhitting, uitdroging, diabetes, epilepsie)
• ademhalingsproblemen (allergische reactie, verstikking, verslikking, verdrinking, kortademigheid, paniekaanval, bewusteloosheid)
• circulatiestilstand
baby
kind
volwassene