Basisscholing borstvoeding.

Alles wat een professional behoord te weten voor de begeleiding rondom borstvoeding. Anatomie en fysiologie worden uitvoerig besproken. Wij duiken de diepte in door verder te kijken dan de borstvoeding op zich. Wat doet medicatie met de moeder en baby, welke ziekten bij de moeder kan er voor zorgen dat borstvoeding een uitdaging is, wat moeten we weten om de start van de melkproductie zo goed mogelijk te initiëren. Ruimte voor discussie is zeker aanwezig. De cursus bestaat uit 2 dagdelen. Waar in 2 x 4 uur scholing aangeboden wordt. De scholing wordt afgesloten met een toets. 

Leerdoelen:

1. De verloskundige kan de 'beste start' van de baby benoemen en zal voorafgaande aan de bevalling hierover met ouders in gesprek gaan. 
2. De verloskundige werkt volgens de blauwdruk van de baby conform who/unicef richtlijnen. 
3. De verloskundige weet 5 moederlijke positieve en negatieve aspecten te benoemen, die mee kunnen spelen in het goed op gang komen en in stand blijven van de melkproductie.
4. De verloskundige weet effectief drinkgedrag te herkennen, de juiste aanhaptechniek en aanlegtechniek met ouders door te nemen en waar nodig te corrigeren/adviseren.
5. De verloskundige kent het normaal fysiologisch proces rondom de melkproductie en kan hierover gericht advies geven aan de pasbevallen moeder.
6. De verloskundige kent het normaal fysiologisch groeiproces van de baby en kan hierin de juiste stappen nemen m.b.t het advies tot bijvoeden.
7. De verloskundige kent de risico's van het niet goed legen van de borst en weet hier naar te handelen.
8. De verloskundige kan minimaal 5 borstvoedingsproblemen benoemen en hier gericht advies en begeleiding in geven. 
9. De verloskundige kan benoemen wanneer er lactatiekundige hulp ingezet dient te worden om het borstvoedingsproces te bevorderen.