2. Doelstellingen

Aan het einde van deze module kan de cursist:

De cursist is in staat:

• te verwoorden wat het doel en de indicaties zijn van de verschillende toedieningsvormen van medicijnen.
• uitleg te geven over mogelijke complicaties die kunnen ontstaan bij de verschillende toedieningsvormen.
• de keuze voor de toedieningsvormen te verantwoorden.
• te benoemen waarom de handeling volgens protocol dient te worden uitgevoerd.

Doelstelling vaardigheid intra musculair injecteren

De cursist is in staat:

• zelfstandig en overeenkomstig het aangereikte vaardigheidsprotocol een intra veneuze injectie toe te dienen aan een bewoner/cliënt.

Doelstelling theoretische componenten van de vaardigheid

De cursist is in staat:

• te verwoorden wat het doel en de indicaties zijn van intra veneus injecteren.
• te benoemen waarom bepaalde medicamenten intra veneus gegeven moeten worden.
• uitleg te geven over mogelijke complicaties die kunnen ontstaan bij het geven van een intra veneuze injectie.
• de keuze voor de benodigde materialen te verantwoorden.
• te benoemen waarom de handeling volgens protocol dient te worden uitgevoerd.

.

Doelstelling voor het verpleegtechnische handelen

De cursist is in staat:

• de benodigdheden voor het toedienen van een intra veneuze injectie klaar te zetten voor het uitvoeren van de handeling.
• de benodigdheden voor het toedienen van medicatie via een intra veneuze injectie klaar te zetten voor het uitvoeren van de handeling.
• een intra veneuze injectie uit te voeren in een oefen situatie op een pop.
• de controles te verrichten voor en nadat de injectie aan de patiënt wordt toegediend.