Na afloop van deze cursus weet u:
•dat de eerste stap van farmacotherapie bij type-2-diabetes
metformine is en blijft, ongeacht BMI, ook in en na 2019;
•als ophoging van de dosis door bijwerkingen of door het
bereiken van de maximale dosis niet meer mogelijk is én de
glykemische instelling vastgesteld met HbA1c onvoldoende
is, een sulfonylureumderivaat wordt toegevoegd (stap 2);
•dat bij de derde stap NPH-insuline toegevoegd wordt met als alternatief een DPP-4-remmer of GLP1-receptoragonist
wanneer behandeling met insuline (of intensiveren van de
insulinebehandeling) niet mogelijk of gewenst is;
•dat bij blijvende nachtelijke hypoglykemieën en erg
wisselende glucosewaarden bij NPH-insuline besloten kan
worden tot gebruik van een langwerkend insulineanaloog;
•dat bij mix-regime 2 dd bifasische insuline gegeven wordt;
•dat bij het basaal-bolusregime 1-3 dd kort- of snelwerkende
en 1 dd (middel)langwerkende insuline gegeven wordt;
•welke de nieuwe langwerkende analoge insulines en
bijbehorende behandelstrategieën zijn;
•welke de langetermijneffecten zijn en de status van de
cardiovasculaire veiligheid is van alle geneesmiddelgroepen.