Na afloop van deze cursus weet u:
•hoe de primaire en secundaire hemostase tot stand komt;
•wat de aangrijpingspunten van de verschillende antitrombotica zijn;
•welke aandoeningen in het arteriële en veneuze vaatbed kunnen ontstaan;
•welke antitrombotica bij een acuut coronair syndroom en een chronisch coronair syndroom ingezet worden;
•welke antitrombotica bij atriumfibrilleren en veneuze trombo-embolieën gebruikt worden;
•wat het beleid is bij percutane coronaire interventie (PCI);
•welke de verschillende indicaties zijn van de DOAC’s;
•welke combinaties van antitrombotica mogelijk zijn
(duale therapie en tripletherapie);
•wat de indicaties zijn bij deze combinatietherapieën;
•hoe het antitrombotisch beleid moet zijn bij gecombineerde indicaties;
•wat het belang is van een juiste afweging tussen het bloedingsrisico versus ischemisch risico;
•wat het beleid is bij hartklepprothesen.
Medisch en farmaceutisch organisatie- en adviesbureau