Na het volgen van deze cursus kunnen deelnemers:

• De cliënt uitleggen waarom hij zijn geneesmiddel juist niet of juist wel met voedsel moet innemen.
• Uitleggen wat de effecten zijn van medicatie op voeding en nutriënten en daarmee op de voedingstoestand van de cliënt.
• Signaleren van problemen met betrekking tot ondervoeding of tekorten.
• Meedenken hoe je samen met je cliënt tot oplossingen kunt komen voor een goed geneesmiddelengebruik.

De volgende onderwerpen komen aan bod:

• Hoe de combinatie van voedsel met geneesmiddelen problemen kan geven
• Welke geneesmiddelen de voedingsstatus van een cliënt kunnen beïnvloeden en hoe.
• Belang van een goede voedingstoestand voor zieke en oudere mensen.
• Herkennen, oplossen en voorkomen van interacties tussen voeding en geneesmiddelen