Op 1 januari 2020 wordt de Wet zorg en dwang (Wzd) ingevoerd, als vervanging van de wet Bijzondere Opnemingen Psychiatrische Ziekenhuizen (BOPZ). Hierin staat hoe zorgorganisaties om moeten gaan met onvrijwillige zorg. De zorgverantwoordelijken dragen vanuit hun professie bij aan een zorgvuldige uitvoering ervan.
De zorgverantwoordelijken (gedragswetenschappers) en WZD-functionarissen zullen bewust worden van de nieuwe wet en de visie van Pluryn, kunnen dit toepassen vanuit hun rol, gaan het gesprek aan over onvrijwillige zorg en helpen met het borgen door gedeelde rol in kennisverspreiding en gezamenlijk vormgeven van middelen om kennis- en ervaring te delen.
Cursist weet op hoofdlijnen wat er binnen de Wet Zorg en Dwang (Wzd) wordt geregeld voor cliënten met een verstandelijke beperking.
Cursist heeft kennis over de WZD en is zich bewust van de consequenties voor eigen handelen.
Cursist weet wanneer er sprake is van onvrijwillige zorg en is zich bewust van de categorieën van onvrijwillige zorg en weet wat er onder ernstig nadeel verstaan wordt.
Cursist heeft kennis over welke andere disciplines betrokken dienen te worden in de afwegingen rondom besluitvorming en het toepassen van de zorg.
Cursist is in staat om het stappenplan van de WZD uit te voeren en teams mee te nemen in de veranderingen.
Cursist kan het zorgplan aanpassen middels het stappenplan als de opgenomen vrijwillige zorg niet volstaat om ernstig nadeel te voorkomen.
Cursist is zich bewust van de veranderingen in de werkprocessen (het elektronisch cliëntendossier).
Cursist leert een bijdrage te leveren aan het vergroten van sensitiviteit en responsiviteit van alle bij de zorg betrokken disciplines.
Cursist heeft kennis van het beleidsplan en de protocollen.
Cursist is zich bewust van het veranderingsproces dat werken volgens de Visie met zich mee brengt.
Cursist houdt zich voor ogen dat te alle tijde de waardigheid, wensen en keuzes van de cliënt leidend zijn bij de keuzes die gemaakt moeten worden.
Cursist is in staat om de eigen teams te trainen.
Cursist kan reflecteren op eigen handelen en dat van collega’s (intervisieverband).
Cursist blijft kritisch nadenken over de manier van zorg van de cliënt en blijft in gesprek gaan.