Beknopte omschrijving zie; https://www.manueletherapie.nl/cursus/bijscholing-nascholing-4-thoracale-wervelkolom-ribben-en-schoudergordel-startend-15-04-2020/
Leerdoelen
Betreffende:
(functionele) anatomie
- de deelnemer past de gegevens uit de (functionele) anatomie die tijdens deze module gedoceerd worden toe bij het uitvoeren van onderzoek en behandeltechnieken van de thoracale wervelkolom, costovertebrale gewrichten en schoudergordel.
Betreffende klinisch redeneren (screening / diagnostisch proces)
- de deelnemer verzamelt en interpreteert gegevens, zodat hij in het screenings-, diagnostische en therapeutische proces volgens de principes van EBP beslissingen neemt binnen de grenzen van het beroep;
- de deelnemer kent de gele - en rode vlaggen bij klachten in de thoracale regio;
- de deelnemer kiest en legitimeert meetinstrumenten voor het inventariseren en het analyseren van het (potentiële) gezondheidsprobleem van de cliënt en past deze toe;
- de deelnemer kent de psychometrische eigenschappen van (bewegings)onderzoek bij patiënten met klachten aan de thoracale wervelkolom en schoudergordel;
- de deelnemer benoemt de differentiaaldiagnostiek bij thoraxpijn en past deze toe bij anamnese en (bewegings)onderzoek bij een patiënt met thoraxpijn;
- de deelnemers formuleert initiële hypothesen op basis van anamnese-gegevens van een patiënt met klachten aan de thoracale wervelkolom, thorax en schoudergordel en verwerkt deze tot een waarschijnlijkheidsdiagnose in een proces van klinisch redeneren;
- de deelnemer past patroonherkenning toe bij radiculaire en niet-radiculaire thoracale klachten;
- de deelnemer formuleert in welke gevallen doorverwijzing naar de huisarts of specialist geïndiceerd is;
- de deelnemer hanteert de NHG-standaard schouderklachten (2019) en past deze toe bij het opstellen en interpreteren van een casus van een patiënt met schouderklachten.
Manueeltherapeutische behandeltechnieken (therapeutisch handelen)
- de deelnemer hanteert de nomenclatuur van de manuele therapie bij bewegingsbeschrijvingen in de gewrichten van de thoracale wervelkolom, thorax en schoudergordel;
- de deelnemer geeft de driedimensionale bewegingsbeschrijvingen binnen de thoracale wervelkolom, thorax en schoudergordel aan de hand van de ligging van deelmassa’s;
- de deelnemer voert de analyse uit volgens protocol om het individuele functiemodel te bepalen bij een mededeelnemer;
- de deelnemer voert behandeltechnieken uit aan (de gewrichten van) de thoracale wervelkolom, thorax en schoudergordel in alle mogelijke driedimensionale bewegingscombinaties, conform de protocollen en overeenkomstig de gegevens uit de analyse en de functionele anatomie;
- de deelnemer geeft het theoretisch kader weer van de interpretatie van voorkeursbewegingen en vertaalt voorkeursbewegingen bij een proefpersoon naar de ligging van deelmassa’s;
- de deelnemer geeft osteokinematische en artrokinematische bewegingsbeschrijvingen van de behandeling van de thoracale wervelkolom, thorax en schoudergordel naar aanleiding van de analyse.
Functionele Morfologie
- de deelnemer kent recente onderzoeksgegevens over het mechanisch gedrag van botweefsel en past deze toe bij het onderzoek en de behandeling van patiënten waarbij het vermoeden bestaat van osteoporose;
- de deelnemer zet klinische onzekerheid met betrekking tot de fysiotherapeutische diagnostiek om in beantwoordbare vraagstellingen naar algemeen geaccepteerde kennis en kennis die nog in ontwikkeling is;
- de deelnemer neemt, op basis van kennis uit het fysiotherapeutisch domein, een besluit over indicatiestelling of contra-indicatiestelling voor fysiotherapeutisch hulpverlenen.