Gezondheid voor jongens en mannen is anders dan gezondheid voor vrouwen en meisjes. In de cardiologie en ook in de farmacologie zijn spectaculaire resultaten geboekt door te kijken naar specifieke klachtenpatronen en behandelingen voor vrouwen apart van mannen.

Gedrag en klachtenpatronen, en ook overtuigingen (‘zo hoort het’) beginnen in de jeugd. Activiteiten gericht op preventie van verschillen in gezondheid tussen mannen en vrouwen moeten daarom gericht zijn op de jeugd.

‘Genderidentiteit’ is hoe je je voelt: man/jongen of vrouw/meisje (en soms er tussenin).

Gender(identiteit) blijkt van invloed te zijn op onder andere:

waarmee en met wie je gaat spelen;

hoe je je voelt en gaat gedragen;

en uiteindelijk ook welke kansen je krijgt op gezondheid.

Gender en genderidentiteit zijn van invloed op de lichamelijke gezondheid, ook kleuren zij de psychopathologie in de jeugd en de volwassenheid. Het opgroeien van meisjes en jongens gaat gepaard met tal van gender gebonden risicofactoren voor de ontwikkeling van latere (psycho) pathologie. Meer kennis over gender(identiteit) en bewustzijn van gender gebonden risicofactoren komt een gender sensitieve preventie ten goede. Dat wil zeggen: preventie die bijdraagt aan de verbetering van kansen op gezondheid voor jongens en meisjes. De onderwijs/scholingsdag op 23 januari, beoogt hierin een stap(je) te zetten met specifieke aandacht voor de rol van de jeugdarts.

Het algemene doel is de bewustwording van de jeugdarts van gender(identiteit) bij jongens en meisjes en het effect hiervan op hun huidige en toekomstige gezondheid.

In aansluiting hierop zijn de volgende specifiekere leerdoelen geformuleerd:

Na afronding van de onderwijs-/scholingsdag:

heeft u uw kennis over de invloed van gender en genderverschillen op de samenleving in het algemeen en op de lichamelijke en geestelijke gezondheid van jongens en meisjes in het bijzonder uitgebreid;

ben u zich bewust van:

verschillende opvattingen over gender en de invloed van deze opvattingen op de ontwikkeling van jongens en meisjes;

uw eigen opvattingen over gender als ‘mens/burger’ en als ‘jeugdarts’;

de gevolgen van ‘uw genderbril’ bij de uitoefening van uw beroep: het bevorderen van de gezondheid, de ontwikkeling en het veilig opgroeien van jongens en meisjes;

kunt u een eenvoudige genderanalyse maken van uw eigen werksituatie als jeugdarts;

kunt u een vertaalslag maken van het geleerde naar uw dagelijks werk als jeugdarts.