Doelgroep:
Professionals die werkzaam zijn binnen het sociaal domein en werken met gezinnen die met huiselijk geweld en kindermishandeling te maken hebben. Zij werken als ketenpartner samen met veilig Thuis in deze gezinnen. Naast het signaleren en consulteren gaan deze professionals ook het gesprek een met de betrokkenen, en maken zij samen met hen veiligheids- en hulpverleningsplannen. Middels deze training wordt hiervoor een basis gelegd en krijgen zij handvatten aangereikt.
Opbouw van de training:
Tijdens het eerste dagdeel gaan we uw kennis opfrissen. We gaan kort in op onderwerpen als: soorten en vormen van huiselijk geweld en kindermishandeling, de meldcode, oorzaken, gevolgen en de geweldsspiraal.
Tijdens het tweede dagdeel worden de praktische kennis en handvatten aangereikt. hoe ga je er in de praktijk mee aan de slag; hoe maak je gebruik van genogrammen, veiligheids- en hulpverleningsplannen met de direct betrokkenen?
In dagdeel drie oefenen we de gespreksvaardigheden met een trainingsacteur.
Na ongeveer twee maanden is er een terugkombijeenkomst om de ervaringen in de praktijk uit te wisselen, knelpunten en casuïstiek met elkaar te bespreken.
Leerdoelen:
Aan het einde van deze training:
Weten de cursisten wat de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling inhoudt en hoe zij dit dienen te gebruiken wanneer zij als professional een vermoeden hebben;
Zijn de cursisten zich bewust dat de eigen organisatie een handelingsprotocol heeft of dient te hebben betreffende signalen van huiselijk geweld;
Weten de cursisten welke soorten en vormen huiselijk geweld en kindermishandeling er bestaan;
Weten de cursisten wat mogelijke signalen zijn van huiselijk geweld en kindermishandeling en dat signaallijsten een hulpmiddel zijn en geen doel;
Weten de cursisten wat de mogelijke gevolgen zijn van huiselijk geweld en kindermishandeling voor direct betrokkenen, in het bijzonder voor kinderen;
Hebben de cursisten inzicht in de mogelijke risico- en beschermende factoren voor het ontstaan van huiselijk geweld en kindermishandeling;
Hebben de cursisten inzicht in de relatiedynamieken die kunnen spelen binnen deze gezinnen;
Hebben de cursisten kennis opgedaan van de geweldsspiraal;
Weten de cursisten wat er wordt bedoeld met intergenerationele overdracht
Zijn de cursisten zich bewust van mogelijke dilemma’s voor direct betrokkenen en zichzelf;
Zijn de cursisten zich bewust van hun eigen emoties, normen en grenzen ten opzichte van huiselijk geweld en kindermishandeling;
Kunnen cursisten kijken naar gezinnen vanuit een systemische visie;
Hebben de cursisten handvatten aangereikt gekregen hoe een gesprek aan te gaan met direct betrokkenen over zorgen;
Weten de cursisten hoe een genogram te maken en deze toe te passen in de praktijk;
Weten de cursisten hoe zij in de keten samenwerken met het lokale veld en Veilig Thuis;
Zijn de cursisten zich bewust van hoe zij in de praktijk veiligheidsplannen maken en waar hun taak en verantwoordelijkheid ligt op dit gebied;
Zijn de cursisten zich bewust van hoe zij in de praktijk hulpverleningsplannen maken en waar hun taak en verantwoordelijkheid ligt op dit gebied;
Weten de cursisten wat de werkwijze is van Veilig Thuis;
Zijn de cursisten zich bewust van hun eigen houding en valkuilen in het voeren van gesprekken met direct betrokkenen;
Weten cursisten hoe zij gesprekken met direct betrokkenen kunnen structureren;
Weten cursisten hoe om te gaan met weerstanden van direct betrokkenen;
Kunnen cursisten bewust gesprekstechnieken toepassen vanuit de oplossingsgerichte benadering;