Achtergrond: ” Bijwerkingen van geneesmiddelen met gevolgen voor de mond
Zowel geneesmiddelen als zelfzorgmiddelen kunnen gevolgen hebben voor de mond. De meest voorkomende bijwerking is het gevoel van een droge mond echter het is de vraag of aan deze bijwerking ook daadwerkelijk een daling van de speekselsecretie ten grondslag ligt. Daarnaast kunnen geneesmiddelen en zelfzorgmiddelen o.a. leiden tot het ontstaan van infecties, ulceraties, proliferatie van de gingiva, botnecrose en verkleuringen. De wijze waarop een op juiste gronden voorgeschreven medicament het beoogde effect in de mond heeft, hangt bovendien sterk af van de wijze van toediening en/of de in het preparaat aanwezige hulpstoffen. Bekende voorbeelden zijn het optreden van schade aan de dentitie wanneer bij een patiënt met een droge mond een niet neutrale natriumfluoride gel wordt toegepast en de slechte tolerantie van medicamenten waarin alcohol is verwerkt bij slijmvliesaandoeningen.
Achtergrond: “De gevolgen van oncolytica op het mondslijmvlies en kaakbot”
De medicamenteuze behandeling van oncologische aandoeningen kan gepaard gaan met bijwerkingen op het mondslijmvlies en het kaakbot. De gevolgen hiervan hebben vaak een grote impact op het functioneren (eten, praten, slikken) en de kwaliteit van leven van de patiënt. Dit betreft zowel tijdens als na de oncologische therapie. Het is van belang dat voorafgaand aan de oncologische therapie een dentogeen focus onderzoek wordt uitgevoerd om het risico op het ontstaan van bijwerkingen in kaart te brengen en daarmee preventieve maatregelen te kunnen nemen op basis van een patiëntgericht risicoprofiel.
Achtergrond: “De mond snoeren of roeren?”
Er is een grote verscheidenheid aan aandoeningen die in de mond en het periorale gebied kunnen voorkomen. Het gaat hierbij om 3 te onderscheiden groepen te weten: lokale afwijkingen, uitingen van systemische en gegeneraliseerde lichamelijke aandoeningen en bijwerkingen van en interacties door geneesmiddelengebruik. Maar van wie is de mondholte? De tandarts met zijn zesjarige academische opleiding waar onderwerpen gerelateerd aan het gebit, de mond en het periorale gebied worden onderwezen of de arts/huisarts/ouderengeneeskundige waarbij in het geneeskundig curriculum en de vervolgopleidingen amper aandacht is voor de mond en het er op lijkt dat het geen onderdeel is van het lichaam. Maar de patiënt met een mondafwijking gaat wel naar de huisarts en niet naar de tandarts. Is er een spanningsveld tussen tandheelkunde en geneeskunde over het domein ‘mondholte’ en is er hierdoor onduidelijkheid voor patiënt, huisarts, tandarts en niet in de laatste plaats de overheid?
Vereniging voor artsen:
werkzaam als medisch adviseur bij een zorgverzekeraar
werkzaam als Beleid en Advies
werkzaam binnen de Indicatiestelling.