Als verpleegkundige kom je mensen tegen die uit hun evenwicht zijn. Mensen met klachten als slaapstoornis, angst, pijn bij bijvoorbeeld artrose of reuma, burnout, verklaarde en niet verklaarde klachten (SOLK). Als aanvulling op de reguliere observatie en anamnese kun je naar deze klachten in de mens kijken vanuit het drieledig mensbeeld (Steiner, 1991, 1996), een visie vanuit antroposofisch perspectief. Dit mensbeeld schetst de mens als polair wezen. Een wezen die aan de ene kant denken kan (bovenpool) en aan de andere kant doen kan (onderpool). Deze twee polen worden met elkaar in verbinding en in evenwicht gebracht door het ritmische middengebied van de mens, het derde aspect van dit drieledige mensbeeld. (Buehler, 1983).
In deze cursus wordt vanuit dit mensbeeld geleerd een anamnese af te nemen. Vanuit die bevindingen leert men te indiceren welk van de twee polen de overhand heeft en welke interventie men kan inzetten. In vaardigheidstrainingen wordt de Volkier Bentinck massagetherapie (ritmische inwrijvingen volgens Volkier Bentinck) aangeleerd (Bentinck, 2014). Men leert een 'bovenpoolreducerende' massage serie en een 'onderpoolreducerende' massage serie. Hiermee wordt het zelfherstellend vermogen van de mens aangesproken en kan het evenwicht tussen de twee genoemde polen weer hersteld worden.
Doelstellingen
De cursist ervaart zelf de dynamiek van de bovenpool processen en de onderpool processen aan de hand van verschillende eigen zintuigindrukken. (Dunn, 2013; Soesman, 2014) Doet ervaringen op met waarnemen
- smaak
- geur
- tast, waarmee vorm en consistentie kan worden waargenomen.
- gezicht, waarmee licht en duisternis kan worden waargenomen
- gehoor en bewegingswaarnemingen om ritmen te ervaren.
Bovenstaande noemen we de werktuigen.
De cursist geeft met handen en voeten verschillende ritmes vorm in de lessituatie en benoemt het verband met het ritme van hart en longen (4:1).
De cursist neemt een anamnese af bij de (proef) cliënt waarin de onderpool- en bovenpool processen in de mens benoemd worden. Door de uitingen van de levenskrachten te beoordelen vanuit het drieledig mensbeeld. De cursist beschrijft minimaal vier van de volgende items: opname en uitscheiding; warmte en koude; vermoeid of onvermoeibaar; voeding, toegespitst op voorkeur van smaak ( zoet, zuur, zout en bitter); pijnbeleving; slaap-en waakritme.
De cursist kan in een casus beoordelen welke van de twee polen de overhand heeft, de bovenpool, of de onderpool.
De cursist kan in een casus motiveren of een reducerende bovenpool behandeling van de Volkier Bentinck massage of de reducerende onderpool behandeling van de Volkier Bentinck massage ingezet moet worden.
De cursist herkent en beschrijft in het verloop van de behandeling van de (proef)patiënt de primaire - en secundaire verschijnselen: die je aan de patiënt waarneemt.
De cursist voert de handgrepen van de Volkier Bentinck methode uit in de lessituatie en bij minimaal één (proef)cliënt, minimaal 7 maal.
Te weten de
inleidende bewegingen/inwrijvingen in buikligging op de rug, benen en armen;
de bewegingen/ inwrijvingen die passen bij de reductie van de bovenpool, 4 stappen; en de
bewegingen / inwrijvingen die passen bij de reductie van de onderpool, 7 stappen.
Stelt de volgorde van de handgrepen in de behandelingen samen van zijn (proef)cliënt en bespreekt dit in de les aan de hand van de primaire en secundaire verschijnselen die aan de patiënt worden waargenomen.
Geeft per behandeling de juiste nazorg waarin passief of actief narusten wordt geadviseerd en geeft uitleg over eventuele symptomen die na de behandeling kunnen optreden. Dit wordt in de les nabesproken naar aanleiding van de eigen (proef) cliënt.
Cursist neemt de juiste houding aan ten opzichte van de cliënt met concentratie, respect, zorgvuldig handelen, verzorging van de warmtehuishouding, bewust beginnen en afsluiten van een behandeling.