De masterclasses worden georganiseerd om de implementatie van de nieuwe richtlijn te versoepelen. De richtlijn is een productie ontwikkeld na uitgebreide bestudering van de wetenschappelijke literatuur en een samenwerking tussen de verschillende vakgebieden van politie (tactische en forensische opsporing), OM (OvJ's en beleidsmedewerkers) en forensische geneeskunde (forensisch arts, patholoog, toxicoloog ect.). Het doel van de masterclass is dan ook het belang van de nieuwe richtlijn duidelijk te maken aan de personen die met de richtlijn werken en het informeren van deze mensen over de inhoud van de richtlijn voor goed overlijdensonderzoek.
1 Leerdoelen
Vanuit het naslagwerk ‘Hoe los je de (bijna) perfecte moord op?’ is de te doceren informatie onderverdeeld in deelgebieden. Hieronder staat per deelgebied uitgewerkt wat de deelnemers van de Masterclass zullen leren.
1.1 Hypothese & Scenario denken
Kan uitleggen wat een hypothese is.
Kan uitleggen wat een scenario is.
Kan uitleggen wat het verschil tussen een hypothese en een scenario is.
Kan uitleggen waarom moorden opsporen in het grijze gebied moeilijk is.
Kan uitleggen waarom scenario denken hierbij essentieel is
Kennen 3 casus van (bijna) gemiste moorden en kunnen beargumenteren hoe die moord tijdens het overlijdensonderzoek opgespoord had kunnen worden
1.2 Communicatie en besluitvorming
Is communicatief vaardig om het overleg met de drie-eenheid vorm te geven.
1.3 Informatie en interpretatie
Kan het begrip confirmation bias in eigen woorden uitleggen.
Kan het begrip CSI effect in eigen woorden uitleggen.
Kan het begrip schijnzekerheid in eigen woorden uitleggen.
Kan het begrip rode vlaggen in eigen woorden uitleggen.
Kent de begrippen groepsdenken en groepsdruk en kan deze in eigen woorden uitleggen.
Kan uitleggen dat sturende (voor)informatie invloed kan hebben op je onderzoek, maar waarom het toch van belang is alle informatie te hebben voorafgaand aan je onderzoek
Kent het begrip enscenering en kan dit in eigen woorden uitleggen.
Kan van bovenstaande begrippen uit leggen welk effect ze kunnen hebben op overlijdensonderzoeken.
1.4 Juridisch
Kan de bevoegdheden passend bij een overlijdensonderzoek benoemen.
Kan vertellen wat er gebeurt met het recht op privacy wanneer een persoon komt te overlijden.
Kan benoemen in welke situaties DNA afname van een overledene is toegestaan.
1.5 Toxicologie
De signalen kunnen benoemen wanneer je aan een toxicologisch onderzoek moet denken
Weten dat er niet altijd signalen zijn bij voor toxicologische doodsoorzaak
1.6 Mentale weerbaarheid
Kunnen benoemen wat ze kunnen doen om het werk minder emotioneel zwaar te maken
Kunnen benoemen waar ze voor psychologische hulp terecht kunnen
1.7 Vervolgonderzoeken
Kan uitleggen wat een onverklaard overlijden is.
Kan uitleggen waarom vervolgonderzoek van belang is bij een onverklaard overlijden.