Verantwoording:

Klinisch redeneren is het bewust nadenken over waar je mee bezig bent in een zorgsituatie. Niet alleen op handelend niveau maar vooral ook op regisserend en beschouwend niveau. Iedere hulpverlener doet dit uit zichzelf en zelfs van nature. We kunnen niet anders en we doen niet anders. Het is echter meestal niet zo makkelijk als het lijkt. Als verpleegkundige heb je in de dagelijkse beroepspraktijk met allerlei zorgsituaties te maken. Ieder mens reageert weer anders op ziekte. Het contact van verpleegkundigen met de patiënt is vaak intens en frequent. Juist daarom is het leren klinisch redeneren ook zo belangrijk. Weet wat je doet en leg uit waarom! Van jou wordt verwacht dat je steeds weer kunt beoordelen ‘hoe het gaat’ met je patiënten en daar adequaat op reageert.
Vanuit de vraag ‘hoe gaat het op dit moment met de patiënt?’ heeft VUmc Academie een praktijkmodel ontwikkeld waarmee je in de beroepspraktijk op een eenduidige manier kunt leren redeneren. Dit praktijkmodel is universeel, het is toepasbaar door iedere verpleegkundige, in iedere zorgsetting of werkveld van de gezondheidszorg, bij iedere patiënt. Bij de uitgangsvraag ‘hoe gaat het?’ horen drie competenties: observeren, analyseren en communiceren.
Bij elke competentie hoort weer een vervolgvraag. Via deze competenties en vervolgvragen start je als vanzelf met het klinisch redeneren en leg je contact met je eigen en andere disciplines. Dat genereert kwaliteitszorg.

Doelstelling:

Na het volgen van de bijscholing ben je in staat de methodiek van klinisch redeneren in de praktijk toe te passen in de verpleegkundige beroepsuitoefening.