Opleidingen details Amsterdam UMC locatie AMC, afdeling Bij- en nascholing
Intensive Care; Bij- en nascholing najaar 2019 (ID nummer: 371342)
 (0) 
Nascholing met (fysieke) bijeenkomst(en)/ accreditatie per bijeenkomst
CategorieGeaccrediteerde puntenAccreditatieperiode
Scholing Algemeen8 
Als u als professional deze cursus gevolgd heeft dan wordt de presentie ingegeven door de opleider.

Begeleiding van kinderen bij een IC opname

                          Achtergrondinformatie:

Als een ouder of familielid op de Intensive Care (IC) ligt is dat een spannende tijd voor kinderen. Het is voor hen belangrijk om te weten wat er aan de hand is en hoe hier mee om te gaan. Vaak hebben kinderen goed door dat er iets speelt, maar begrijpen ze niet altijd wat dat precies is. Een ernstig zieke ouder of zelfs het overlijden van een ouder leidt tot verlies en rouw. Daarom is het belangrijk dat ouders of verzorgers het kind uitleggen wat er zoal te verwachten is voordat het kind mee komt op bezoek. De IC verpleegkundige kan hierbij helpen.

                          Leerdoelen: Na het volgen van deze les kan

  1. De deelnemer de ontwikkelingsfasen van het kind benoemen
  2. De deelnemer benoemen wat het nut en doel is van begeleiden
  3. De deelnemer tools aanreiken die voorhanden zijn op de IC zoals informatiefolder en voorbereidingsboek.
  4. De deelnemer bruikbare tips geven aan ouders (2 identieke knuffels; 1 voor patient en 1 voor kind, engeltjes van de kinder IC geven, tekening aanbieden)
  5. De deelnemer de verpleegkundige aspecten benoemen bij de ontwikkelingsfasen

                          Stamceltransplantatie en Graft versus Host

                          Achtergrondinformatie:

Enkele duizenden mensen in Nederland krijgen elk jaar een vorm van lymfeklierkanker. Voor een aantal van deze aandoeningen is stamceltransplantatie een belangrijke behandelwijze. Een van de complicaties na een stamceltransplantatie kan de Graft-versus-host-ziekte (oftewel ‘graft versus host disease’; GvHD) zijn. Graft-versus-host-ziekte ontstaat als de afweercellen van de donor de weefsels van de patiënt als vreemd herkennen. Daardoor vallen de afweercellen van de donor, het weefsel van de patiënt aan. Dit veroorzaakt ontstekingsverschijnselen. Deze patiënten kunnen zo ernstig ziek worden dat opname op de Intensive Care noodzakelijk is. Binnen de IC van het AMC zien wij deze categorie dus ook met regelmaat.

Welke behandelingen krijgt de patiënt dan vervolgens, wat zijn aandachtspunten hierin en wat voor effect heeft dit op het lichaam en het herstel van de lymfeklierkanker? Daarnaast komen er ook vaak ethische dillema’s voorbij bij deze patiënten.

Leerdoelen:

Na het volgen van deze les kan
  1. de deelnemer benoemen wat een stamceltransplantatie inhoudt
2. de deelnemer benoemen hoe een Graft versus Host ontstaat;
3. de deelnemer benoemen welke symptomen een patiënt met Graft versus Host heeft;
4. de deelnemer benoemen welke behandelingen er mogelijk zijn en welke effecten dit heeft;
5. de deelnemer benoemen hoe lang een Graft versus Host kan duren;
6. de deelnemer benoemen wat de mortaliteit hiervan is.

IABP en Impella

                          Achtergrondinformatie:

  Een intra-aortale ballonpomp (IABP) is een apparaat dat ervoor zorgt dat de 
  kransslagaders beter doorbloed worden waardoor het hart meer zuurstof krijgt. Het    
  vergemakkelijkt bovendien de pompfunctie van het hart. Deze behandeling kan nodig  
  zijn als tijdelijke ondersteuning van het hart, bijvoorbeeld na een hartinfarct of ter  
  overbrugging voor of na een dotterprocedure of een bypass operatie.
  De Impella-pomp levert actieve circulatieondersteuning, in tegenstelling tot de IABP,   
  waarbij de werking afhankelijk is van de eigen hartfunctie.  
  Door het tijdelijk ondersteunen en deels overnemen van de pompfunctie van het hart,   
  krijgt het beschadigde hartspierweefsel mogelijk de kans om te herstellen.

                          Leerdoelen: Na het volgen van deze les kan

  1. de deelnemer uitleggen hoe de IABP werkt
  2. de deelnemer benoemen in welke situaties IABP-therapie toegepast wordt
  3. de deelnemer benoemen hoe de katheter wordt ingebracht
  4. de deelnemer benoemen wat de risico’s zijn bij IABP-behandeling
  5. de deelnemer benoemen hoe een ballonkatheter wordt verwijderd
  6. de deelnemer benoemen wat de indicaties zijn voor een Impella
  7. de deelnemer benoemen wat de werking is van de Impella
  8. de deelnemer benoemen wat de risico’s zijn bij het gebruik van een mechanische hartpomp zoals de Impella

                          Picco
                          Achtergrondinformatie:

   Bij een patient met een slechte circulatie kan het helpen om meer vocht toe te  
  dienen. Door een tekort aan ciculerend volume ontstaat er een lage bloeddruk en dit
  kan door onvoldoende weefselperfusie grote gevolgen hebben voor de patient. Maar
  ook het toedienen van te veel vocht kan schade veroorzaken bij de patient wat
  nadelige gevolgen heeft. Het ontstaan van oedeem is een veelvoorkomend probleem.
  Op basis van heel veel parameters proberen we op de IC een inschatting te maken of  
  een patient wel of niet Fluid Responsiveness is. Wanneer dit moeilijk in te
  schatten is kan het helpen om een Pulse Contour Cardiac Output (piCCO) te plaatsen.

                          Leerdoelen: Na het volgen van deze les kan

  1. de deelnemer benoemen op welke 2 fysieke principes PiCCo technologie gebaseerd is.
  2. De deelnemer een PiCCO meting uitvoeren, een hemodynamisch profiel uitdraaien en op basis van de beslisboom een advies geven             

                      Swan Ganz : Achtergrondinformatie:

  De A. –pulmonaliskatheter, beter bekend als Swan-Ganz-katheter, werd in 1970
  geintroduceerd in de geneeskunde. Hij wordt ingebracht via een grote vene (V.  jugularis of V. subxlavia) en opgevoerd in het rechter atrium en het rechter ventrikel  tot in de A. pulmonalis. Er wordt informatie verkregen over de drukken en het   hartminuutvolume en gemengd veneuze saturatie kunnen worden gemeten. Hiermee wordt de belangrijkste hemodynamische informatie verkregen waarmee men de  diagnostiek en behandeling van ernstig zieke patiënten kan verbeteren.

                          Leerdoelen: Na het volgen van deze les kan

  1. De deelnemer de indicaties benoemen voor het inbrengen van een Swan-Ganz
  2. De deelnemer benoemen en onderbouwen welke drukken er gemeten worden
  3. De deelnemer een Wiggedruk (wedge) meten
  4. De deelnemer complicaties benoemen bij het meten van de wiggedruk
Tijd07:30 - 16:00
LocatieAmsterdam (NL) (Toon kaart)

Tijd07:30 - 16:00
LocatieAmsterdam (NL) (Toon kaart)

Tijd07:30 - 16:00
LocatieAmsterdam (NL) (Toon kaart)

 Amsterdam UMC locatie AMC, afdeling Bij- en nascholing
 (20) 

De afdeling Bij- en Nascholing van het AMC levert een belangrijke bijdrage aan het op peil houden van kennis en bekwaamheden van zorgprofessionals door het organiseren van een gevarieerd aanbod aan cursussen.
Het aanbod aan bij- en nascholing bestaat uit doorlopende en specifieke cursussen en trainingen
.
De doorlopende cursussen richten zich op onderwerpen als werkbegeleiding in het AMC, voorbehouden handelingen en methodisch werken.
Specifieke cursussen lenen zich bij uitstek voor vakinhoudelijke vorming en besteden naast verpleegkundige onderwerpen ook aandacht aan actuele medische kennis.

Daarnaast worden ook cursussen op maat georganiseerd. Bij de cursussen op maat worden in overleg met aanvrager de onderwerpen, werkvorm en tijdsduur bepaald.
Voorbeelden hiervan o.a. de cursus opvang/nazorg na ingrijpende gebeurtenissen in het werk en de training agressiehantering die doorgaans in teamverband worden aangeboden.

De reanimatiecursussen instructeur zijn bedoeld voor zowel artsen als verpleegkundigen (minimaal niveau 4) Het gaat hier om zowel de instructeurcursus Basic Life Support/Automatische Externe Defibrillatie voor volwassen en kinderen als om de cursus instructeur Advanced Life Support en de Generic Instructor Course (allen NRR/ERC erkend).

AMC Bij- en nascholing is  geaccrediteerd door de Accreditatiecommissie Kwaliteitsregister Verpleegkundigen & Verzorgenden.

Meibergdreef 9
1105 AZ
Amsterdam
Postbus 22660, locatie L0-310
1100 DD
Amsterdam
+31 20-566 8651