Cursus: BIG-toetser

De cursus bestaat uit: 2 dagdelen.

De cursus is bestemd voor:

- zorgverleners die BIG-toetser willen worden.

- BIG-toetsers die zich opnieuw willen bekwamen in hun vaardigheden t.a.v. het aftoetsen.

Deel 1: Ochtendprogramma: in dit programma staan de didactische vaardigheden centraal en wordt afgesloten met een praktijkopdracht.

Deel 2: Middagprogramma: In  dit programma staan de competenties van de toetser centraal en wordt hierop geobserveerd en beoordeeld. Het middagprogramma vindt plaats middels en carrouseltraining waarbij diverse oefenstations staan opgebouwd. Deelnemers toetsen elkaar af onder toeziend oog en docent.

Leerdoelen ochtendprogramma: Theorie en praktijk

• De toetser kent de 4 leerstijlen van Kolb
• De toetser herkent haar eigen leerstijl
• De toetser kent de 7 docentencompetenties
• De toetser weet wat haar rol is in ieder van deze 7 docentencompetenties
• De toetser kent het belang van objectief toetsen
• De toetser kan een aantal valkuilen benoemen tijdens het object toetsen
• De toetser kent de kunst van het effect doorvragen
• De toetser kent het belang van effectief feedback geven en ontvangen: de do’s en dont’s.

Leerdoelen middagprogramma: Praktijk

• De toetser maakt een duidelijke lesindeling tijdens de toetsbijeenkomst: inleiding – kern en afsluiting.
• De toetser stelt deelnemer op haar gemak: is vriendelijk, heet welkom, kent naam deelnemer en legt uit wat het programma is en leg haar eigen rol uit.   
• Inleiding: De toetser is in staat om de beginsituatie van deelnemer vlot in kaart te brengen. Informeert naar: opleidingsniveau, werkervaring, voorbereiding op de vaardigheid, toetsing en leerstijl.
• De toetser toetst deelnemer objectief af aan de hand van de gestelde toets criteria en observeert op kennis en uitvoering van de vaardigheid volgens protocol.
• De toetser vraagt door, zonder in te vullen, zodat deelnemer voldoende gelegenheid krijgt om eigen kennis te laten horen en zien.
• De toetser geeft tijdens de toetsing op effectieve wijze feedback aan deelnemer.
• De toetser evalueert de vaardigheid met deelnemer en geeft hierbij op effectieve wijze feedback
• De toetser rondt de toetsing af en maakt eventuele afspraken over verder verloop.