Dit is de 4 daagse module 'inleiding sensorische informatieverwerking en logopedie'. Ben je op zoek naar een praktische module over zintuigen en prikkelverwerking die specifiek voor logopedisten en met name door logopedisten wordt gegeven? Dan is deze module wellicht een goede keuze! Deze module biedt ook toegang tot de 4 daagse module selectieve eters gebaseerd op de SOS feeding approach.
Sensorische Informatieverwerking (S.I) is het kunnen opnemen, selecteren en integreren van informatie die via de zintuigen wordt geregistreerd. Deze informatie wordt geïnterpreteerd en vormt de basis voor handelen. Om adequaat te kunnen functioneren in het dagelijks leven is het belangrijk dat de zintuiglijke waarnemingen goed door het zenuwstelsel worden verwerkt. De sensorische informatieverwerking speelt een essentiële rol in de sensomotorische en sociaal emotionele ontwikkeling van kinderen. De zintuigen maken beleven mogelijk.
Als de sensorische informatieverwerking niet goed verloopt, kunnen uiteenlopende en dikwijls verwarrende problemen ontstaan. Kinderen worden door zintuiglijke prikkels opvallend druk of reageren fel en emotioneel op prikkels die wij nauwelijks waarnemen. Ook het tegengestelde is mogelijk. Kinderen voelen prikkels nauwelijks en hebben in vergelijking met andere kinderen meer nodig om adequaat te kunnen reageren en functioneren. Het niet onststaan van wederkerige communicatie, articulatie problemen, kritisch eetgedrag, problemen met niet- of niet vloeiend spreken, extreem hand/mondcontact, kunnen een oorzaak hebben in een problematische of atypische sensorische informatieverwerking.
Omdat er dikwijls geen duidelijke fysieke oorzaken zijn worden sensorische informatieverwerkingsproblemen niet altijd herkend terwijl ze de ontwikkeling van het kind in al zijn facetten kunnen belemmeren.
In deze module worden de leerdoelen in 4 leerlijnen onderscheiden:
Kennis leerlijn:
De Logopedist:
- Beschrijft het proces van sensorische informatieverwerking. Verbreedt de kennis over de zintuigen en beschrijft hoe het verwerkingsproces in het brein verloopt.
- Breidt, op basis van evidentie, wetenschappelijke publicaties en theoretische concepten, kennis uit over de zintuigen en sensorische informatieverwerking in relatie tot logopedische zorgvragen.
- Kent de prikkelverwerkingsproblemen zoals deze omschreven zijn in de DSM 5 als sub criteria bij Autisme spectrum stoornissen
- Kent syndroomgerelateerde atypische sensorische ontwikkelingen
Analyse leerlijn:
De logopedist:
- Overweegt of de prikkelverwerking van invloed kan zijn op de logopedische zorgvraag.
- Motiveert en onderbouwt welke onderzoeksinstrumenten deze gebruikt om de prikkelverwerking in kaart te brengen.
- Hanteert het ‘Matrixmodel’, het ‘Kwadrantenmodel’ van W. Dunn en het Zintuiglijk Activiteiten Programma in het analyseproces
- Past de ‘Sensory Profile’ toe (een gestandaardiseerde en genormeerde oudervragenlijst) en kan deze uitrekenen, interpreteren, beoordelen en relateren aan de logopedische zorgvraag.
Interventie leerlijn:
De logopedist:
- Implementeert de zintuigen en de sensorische informatieverwerking in het logopedisch handelen
- Kent het model A SECRET en kan deze toepassen in de logopedische interventie
- Creëert een sensorisch waardevolle omgeving en stemt de zintuiglijke input af voor een optimale activatie, communicatie, interactie, taal, eten en drinken en ondersteunt hiermee de participatie van het kind in het dagelijks leven.
Communicatie leerlijn:
De logopedist:
- Beschrijft de sensorische kansen en kwetsbaarheden in het logopedische verslag
- Benoemt kansen en kwetsbaarheden in behandelvariabelen in het behandel- en begeleidingsproces en draagt deze over aan ouders.
- Ondersteunt ouders preventief bij een atypische ontwikkeling, syndromen of beperkingen door de prikkelverwerking mee te nemen in de logopedische interventies en daardoor een optimale participatie mogelijk te maken.
Binnen de diverse leerlijnen wordt een methodisch handelingsplan gehanteerd om zo het onderzoeks- en interventieproces stapsgewijs methodologisch te kunnen doorlopen en te beschrijven.
Uitgangspunt is dat door klinisch redeneren en met behulp van het methodisch handelingsplan weloverwogen en onderbouwde keuzes kunnen worden gemaakt met betrekking tot analyse en onderzoek en de te ontwerpen interventiestrategie. Zo kunnen ouders, kinderen (en andere betrokkenen) optimaal ondersteund worden waardoor participatie van het kind in het dagelijks leven optimaal gerealiseerd kan worden.