Nascholing en verdieping in psychoanalytische psychotherapie.

De breedte van de praktijk, zowel op het gebied van behandelkaders als op het betrekken van het lichaam in therapie, is de inspiratiebron voor deze zevenentwintigste studiedag.
In de 50-er en 60-er jaren van de vorige eeuw zochten psychoanalytici naar mogelijkheden om het psychoanalytisch
gedachtegoed een bredere toepassing te geven. De eerste variaties in de kaders werden ondernomen door Ferenczi, Rank, Alexander & French en later door Malan en Sifneos. Zij benadrukten in de kortdurende varianten van de behandeling de correctieve emotionele verandering en het zich aanbieden van de psychotherapeut als nieuw primair object. Tevens ontstond destijds door het baanbrekend
werk van Bion en Foulkes de psychoanalytische groepstherapie. Minuchin pionierde in psychoanalytische gezinstherapie, terwijl Anna Freud en Melanie Klein de basis legden voor de behandeling van kinderen en adolescenten. De lijst met pioniers is veel langer en laat duidelijk zien dat het psychoanalytisch gedachtegoed in veel verschillende vormen van behandeling een grote vlucht heeft genomen. Met het verbreden van de behandelkaders kan een grotere doelgroep worden bereikt.
Ondanks Freuds bekende stelling dat het ‘ik’ in de eerste plaats een lichaams-Ik is, heeft het lichaam in de psychoanalyse nooit een prominente plaats gekregen. Recente ontwikkelingen in theorie en praktijk laten zien hoe onterecht dat is. Het lichaam is immers de basis van identiteit en de relatie met het lichaam is in veel psychopathologie een bron van conflict en lijden.

Thijs de Wolf zal in de eerste lezing de geschiedenis en de ontwikkeling van de verschillende psychoanalytische behandelkaders bespreken. Nelleke Nicolai schetst daarna de rol van het lichaam in de psychoanalytische psychotherapie. Stephen Grosz, een bekende auteur op het gebied van literaire casusbeschrijvingen, zal in zijn bijdrage ingaan op het belang van verhalen in klinisch denken en schrijven. In het middagprogramma spitsen de lezingen zich toe op casuïstiek met betrekking tot het lichaam vanuit
diverse vormen van behandeling. Zo gaat Simone Brandsma in op de behandeling van een adolescente vanuit een multidisciplinair kader en presenteert Hetty Roholl klinische vignetten vanuit de relatietherapie. Tot slot een bijdrage van Gerrit Delfstra over een
groepsbehandeling voor cliënten met onbegrepen lichamelijke klachten.