Deze vervolgcursus is gericht op de specifieke doelgroep patiënten in de (forensische) psychiatrie en verslavingszorg en is gebaseerd op ruime klinische ervaring en wetenschappelijk onderzoek in deze sectoren.De basisprincipes van schematherapie worden bekend verondersteld, omdat deze in de basiscursus schematherapie al behandeld zijn.

Leerdoelen

Na afloop van de cursus:

kan de cursist de verschillende schemamodi van Cluster B- en C-persoonlijkheids-stoornissen herkennen in gesprek met eigen patiënten

heeft de cursist de vaardigheden om een individueel modimodel op te stellen met een patiënt

kan de cursist comorbide problematiek (zoals bijv verslaving, delictgedrag, ADHD, PTSS) een plek geven in het modimodel en begrijpt de functies daarvan

kan de cursist interventies toepassen op de modus waarin de patiënt zich bevindt

kan de cursist boze modi hanteren in de therapiesessie

kan de cursist een therapeutische relatie opbouwen waarin limited reparenting, empatische confrontatie en limit setting worden toegepast

kan de cursist eigen schema’s herkennen in het therapeutische contact en leert deze op een gezonde manier te hanteren

beheerst de cursist diverse experiëntiële technieken

kan de cursist cognitieve en gedragsmatige technieken toepassen binnen schematherapeutisch kader

heeft de cursist kennis van de toepassing van schematherapie in groepen